ECLI:NL:GHAMS:2019:2775
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.H.C. van Ginhoven
- A.M. Kengen
- M.J.A. Duker
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in jeugdstrafzaak wegens onvoldoende bewijs van rijden zonder rijbewijs
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 2001, was beschuldigd van het rijden op een bromfiets zonder geldig rijbewijs op 8 april 2018 te Amsterdam. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw. De advocaat-generaal heeft vrijspraak gevorderd, en de raadsvrouw heeft het hof verzocht om de verdachte vrij te spreken.
Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte daadwerkelijk op de betreffende scooter heeft gereden. Dit leidde tot de conclusie dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Het hof heeft daarom het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, en het arrest is openbaar uitgesproken op dezelfde dag als de zitting.