ECLI:NL:GHAMS:2019:2768

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 juli 2019
Publicatiedatum
29 juli 2019
Zaaknummer
15/081426-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en geschokte rechtsorde in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 juli 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in Suriname en thans verblijvende in het huis van bewaring PI Nieuwersluis, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, die op 19 juni 2019 het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis had afgewezen. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de advocaat van de verdachte een mondeling verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank beoordeeld en de overwegingen overgenomen die betrekking hebben op de ernstige bezwaren tegen de verdachte. De verdachte was betrokken bij de invoer van vijftien kilo heroïne, verstopt in een boiler, via een internationale luchthaven. Het hof oordeelde dat de vrijlating van de verdachte, gezien de ernst van de zaak en de rol die zij speelde, zou leiden tot een geschokte rechtsorde en maatschappelijke onvrede. Het hof concludeerde dat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden waren die een schorsing van de voorlopige hechtenis rechtvaardigden.

Daarom heeft het hof het verzoek tot schorsing afgewezen en het beroep tegen de beschikking van de rechtbank verworpen, voor zover dit aan het oordeel van het hof was onderworpen. De beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1979,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring PI Nieuwersluis,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 19 juni 2019, voor zover houdende afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 20 juni 2019, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door haar raadsman mr. R.T. Poort.
Bij de behandeling in raadkamer heeft de raadsman namens de verdachte een mondeling schorsingsverzoek gedaan.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust. Het hof neemt de overwegingen ten aanzien van de ernstige bezwaren van de rechtbank over. In aanvulling daarop heeft het hof acht geslagen op de omstandigheid dat het de verdachte is geweest die de net aangeschafte slijptol mee heeft genomen het busje in naar Schiphol.
Het hof stelt voorop dat het via een internationale luchthaven invoeren in Nederland van verdovende middelen in beginsel een feit is dat de rechtsorde schokt. In dit geval is er sprake van een hoeveelheid van vijftien kilo heroïne verstopt in een boiler. Gelet hierop en op de kennelijke rol van de verdachte in het geheel – zij was degene die Nederlands sprak en las – is het hof van oordeel dat het aannemelijk is dat haar vrijlating wanneer dit bekend zou worden een zodanig publiek onbehagen teweeg zal brengen dat dit zou leiden tot maatschappelijke onvrede. Daarmee is er sprake van een geschokte rechtsorde.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing overweegt het hof dat er sprake is van ernstige bezwaren ter zake van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Niet is gebleken dat de aanwezigheid van de verdachte thuis zozeer noodzakelijk is dat het belang van strafvordering hiervoor moet wijken. Om die reden zal het hof het verzoek van de verdachte afwijzen.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 24 juli 2019 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M.J.A. Plaisier en M.J.A. Duker, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. Grote Ganseij als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 24 juli 2019,
de advocaat-generaal