ECLI:NL:GHAMS:2019:2765
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en ernstige bezwaren in strafzaak tegen verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 juli 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in Suriname en momenteel verblijvende in het Justitieel Complex Zaanstad, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 1 juli 2019, die een bevel tot zijn gevangenhouding inhield. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de advocaat-generaal de zaak toegelicht en is de verdachte gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.M. Weski.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de verdachte was bestuurder van een Mercedes busje dat werd geobserveerd door de politie. Het busje stopte bij een woning in Tiel, waar een medeverdachte dozen uit de laadruimte haalde. Na de aanhouding van de verdachte werd in de bus een verborgen ruimte aangetroffen, terwijl in de woning de lege dozen werden aangetroffen. De medeverdachte had op dezelfde dag 8 kilo cocaïne bij zich. De verdachte heeft geen verklaring gegeven voor zijn aanwezigheid in Tiel of de inhoud van de dozen.
Het hof oordeelde dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, die samen met anderen betrokken zou zijn bij de handel in verdovende middelen. De hoeveelheid aangetroffen drugs en de omstandigheden rondom de aanhouding wijzen op professionele en grootschalige handel. Het hof achtte de kans groot dat de verdachte bij vrijlating opnieuw in de fout zou gaan, wat een gevaar voor de samenleving zou kunnen opleveren. Daarom werd het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, evenals het beroep tegen de beschikking van de rechtbank, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.