ECLI:NL:GHAMS:2019:2534
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beschikking voorlopige hechtenis in zaak van seksuele uitbuiting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 juli 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 24 juni 2019, die een bevel tot gevangenhouding van de verdachte inhield. De verdachte, geboren in Bulgarije en momenteel verblijvende in een huis van bewaring, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de raadsman van de verdachte een mondeling verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank beoordeeld en kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier en de verklaringen van de advocaat-generaal en de verdachte.
Het hof heeft geconcludeerd dat de gronden voor de voorlopige hechtenis, met uitzondering van het vluchtgevaar, gerechtvaardigd zijn. De verdachte wordt verdacht van ernstige feiten, waaronder seksuele uitbuiting, die een grote inbreuk vormen op de menselijke waardigheid. Het hof heeft vastgesteld dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, mede op basis van meerdere aangiftes en geldstromen. Hoewel de verdachte zich heeft gemeld en niet heeft verzet tegen overlevering, is er een reëel gevaar voor recidive, gezien de verdenking dat hij jarenlang heeft geleefd van de opbrengsten uit prostitutie.
Het hof heeft het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat de belangen van de verdachte niet opwegen tegen de maatschappelijke veiligheid. De beslissing van het hof is dat het beroep tegen de beschikking van de rechtbank wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.