ECLI:NL:GHAMS:2019:2308

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 juni 2019
Publicatiedatum
9 juli 2019
Zaaknummer
15-087035-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis wegens vluchtgevaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 28 mei 2019. De verdachte, geboren in 1986 en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, was op dat moment gedetineerd in het Justitieel Complex Schiphol te Badhoevedorp. De rechtbank had eerder het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte afgewezen.

Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. T. Nieuwburg, gehoord. Het hof heeft de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust, in overweging genomen.

Het hof oordeelt dat het vluchtgevaar onvoldoende kan worden ingeperkt door het stellen van schorsingsvoorwaarden. Dit oordeel is mede gebaseerd op het feit dat de verdachte geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft en dat hij kennelijk over valse papieren beschikt. De mogelijkheid van een borgsom verandert hieraan niets. Daarom heeft het hof het hoger beroep afgewezen en de beschikking van de rechtbank bevestigd. De beslissing is op 19 juni 2019 in raadkamer gegeven door de voorzitter en de raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

15-087035-19
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans verblijvende in het huis van bewaring Justitieel Complex Schiphol te Badhoevedorp,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 28 mei 2019, houdende afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 3 juni 2019, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. T. Nieuwburg.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Het hof is van oordeel dat het vluchtgevaar onvoldoende kan worden ingeperkt door het stellen van schorsingsvoorwaarden, mede gelet op het feit dat de verdachte geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft en gelet op het op de vordering inbewaringstelling vermelde feit kennelijk rijkelijk kan beschikken over valse papieren. Een eventuele borgsom maakt dat niet anders. Gelet hierop wijst het hof het hoger beroep af.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 19 juni 2019 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. N.A. Schimmel en M. Iedema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van D. de Jong als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 19 juni 2019,
de advocaat-generaal