Het hof stelt bij de beoordeling van een en ander voorop dat voor de overeenkomsten A en B uitgewerkte, schriftelijke contracten zijn opgesteld en getekend, die in de kop slechts Silvergear en NGSN als partijen vermelden en in de tekst geen enkele verwijzing bevatten naar een medeschuldenaarschap of een borgtocht van [X] . Wel staan aan het slot van die contracten de hiervoor in rov. 3.4 weergegeven teksten ("In private" en "Function: In private"). Deze teksten hebben zonder nadere, verklarende tekst geen duidelijke, afgebakende betekenis. Zij betekenen in elk geval taalkundig of in het gewone spraakgebruik niet zonder meer dat degene die ermee wordt aangeduid, medeschuldenaar of borg is. Het ondertekenen van een contract bij de eigen naam en de aanduiding "In private" (of "Function: In private") betekent in het maatschappelijk verkeer evenmin zonder meer dat degene die dat doet, zich als medeschuldenaar of borg verbindt. Uit de hiervoor in rov. 3.4 weergegeven omstandigheden mochten [B] en Silvergear dus op zichzelf redelijkerwijs niet afleiden dat [X] zich persoonlijk als medeschuldenaar of borg verbond, en [X] behoefde er redelijkerwijs niet uit af te leiden dat [B] of Silvergear het zo zou begrijpen.
Daarvoor is te minder aanleiding nu persoonlijke gebondenheid van [X] (in welke vorm dan ook), gelet op de hoogte van de geldleningen en de afgesproken condities daarvan, waaronder de boetes, vergaande consequenties voor [X] zou kunnen hebben, terwijl het geleende geld – zoals de rechtbank heeft vastgesteld en in hoger beroep niet is bestreden – door NGSN zou worden aangewend. Daarbij komt nog dat [X] – zoals hij onbetwist heeft gesteld – destijds slechts een van de bestuurders en slechts een van de aandeelhouders van NGSN was en de overige aandeelhouders, naar [B] wist, zeer vermogend zijn in tegenstelling tot [X] . Van belang is verder dat – naar Silvergear zelf (onbetwist) heeft gesteld – partijen in het verleden al over en weer geld hadden geleend en dat dit "allemaal goed was gegaan". Dat er aanleiding was om deze keren te vrezen dat het niet goed zou gaan en dus om persoonlijke zekerheid te eisen, is gesteld noch gebleken. Evenmin is voldoende concreet gesteld dat Silvergear aan NGSN of [X] om zekerheden voor de te verstrekken geldleningen heeft gevraagd. De omstandigheid dat [X] bij een andere geldlening van NGSN een afzonderlijke "guarantee" heeft ondertekend, pleit tegen de door Silvergear voorgestane uitleg, nu bij die andere geldlening, anders dan bij de overeenkomsten A en B, juist wel uitdrukkelijk is uitgeschreven dat en hoe [X] zich persoonlijk verbond.
Tot slot zijn geen mededelingen of gedragingen gesteld of gebleken die meebrengen dat aan de ondertekening door [X] in privé de door Silvergear voorgestane betekenis moet worden gehecht.
Indien [X] tegen [B] heeft gezegd dat hij mee zou tekenen, en indien daarom de concepttekst van het contract aldus is aangepast dat de tekst "In private" is toegevoegd, dan heeft dat geen duidelijkere betekenis dan de tekst "In private" zelf en voegt dat aan het voorgaande dus weinig toe.
De gestelde mededeling van [X] aan [B] dat die zich geen zorgen hoefde te maken, is onvoldoende concreet.
Indien de tekst eenzijdig is opgesteld door een van de contracterende partijen, kan dat een gezichtspunt zijn die in het nadeel van de opsteller werkt, maar in dit geval is de omstandigheid dat [X] de contracten heeft opgesteld op basis van een conceptovereenkomst die hij nog had van een andere zaak, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, van onvoldoende gewicht.
Ook de omstandigheid dat niet zonder meer duidelijk is wat de zin ervan is dat [X] de contracten bij de tekst "In private" heeft ondertekend, als dat niet is om zich als medeschuldenaar of als borg te verbinden, kan een relevant gezichtspunt zijn, maar is in dit geval, alles bij elkaar genomen, van onvoldoende gewicht.
Voor overeenkomst C geldt dat deze summier is vastgelegd in e-mailberichten van 16 en 17 juni 2016. Gesteld noch gebleken is dat daarin aanwijzingen voor medegebondenheid van [X] zijn te vinden.
Al met al heeft Silvergear onvoldoende gesteld om de conclusie te kunnen dragen dat overeengekomen is dat [X] zich als medeschuldenaar of borg heeft verbonden. Aan bewijslevering komt het hof niet toe. De grieven II, III en IV falen.