Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
1.Verder verloop van het geding in hoger beroep
2.Verdere beoordeling
exclusief btw, feitelijke grondslag. Voor zover [geïntimeerden] ter zake thans een bedrag mochten vorderen van € 20.366,22 (dit is niet geheel duidelijk omdat zij hun petitum niet hebben aangepast), merkt het hof op dat deze eiswijziging als in strijd met een goede procesorde buiten beschouwing wordt gelaten omdat zij te laat, immers pas na het indienen van de memorie van grieven in incidenteel appel, is gedaan. [geïntimeerden] hebben bij hun eerste akte overgelegd een op 13 december 2018 gedateerde omschrijving door Loon & Handelsbedrijf Van der Oord , het bedrijf dat de werkzaamheden heeft uitgevoerd, van alle aan de paardenbak uitgevoerde werkzaamheden, welk overzicht sluit op € 17.171,= (zij het dat daarvan volgens [geïntimeerden] € 600,= kan worden afgetrokken), alsmede de rekening van [X] in verband met het door haar geleverde zand ter grootte van – voor zover relevant – € 3.397,=. Nu niet ter discussie staat dat [geïntimeerden] inmiddels een nieuwe paardenbak (inclusief nieuw drainagesysteem en nieuw zand) hebben laten aanleggen, acht het hof op grond van deze stukken voldoende aannemelijk dat de kosten voor de aanleg van de nieuwe paardenbak het door de rechtbank toegewezen bedrag van € 19.212,= hebben belopen. Hieraan doet niet af dat [geïntimeerden] niet alle facturen en/of betalingsbewijzen in het geding hebben gebracht.