ECLI:NL:GHAMS:2019:1907
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitleg van het begrip ‘diensttijd’ in de cao voor het voortgezet onderwijs en de meetelling van dienstjaren bij de Europese School Bergen voor jubileumgratificatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uitleg van het begrip ‘diensttijd’ in de cao voor het voortgezet onderwijs 2016-2017. De appellante, Stichting Onderwijsstichting Esprit, was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter dat de vordering van de geïntimeerde, een docente, had toegewezen. De docente had aanspraak gemaakt op een jubileumgratificatie van 50% van haar bruto maandsalaris, gebaseerd op haar diensttijd in het onderwijs, inclusief haar eerdere dienstjaren bij de Europese School Bergen. De kantonrechter had geoordeeld dat de diensttijd bij de Europese School meetelt voor de berekening van de jubileumgratificatie, omdat de Europese School zowel primair als voortgezet onderwijs verzorgt.
In hoger beroep heeft Esprit betoogd dat de diensttijd bij de Europese School niet onder de cao valt. Het hof heeft echter bevestigd dat de cao VO 2016-2017 bepaalt dat onder ‘diensttijd bij het onderwijs’ de tijd in een betrekking in het primair en voortgezet onderwijs valt. Het hof heeft de uitleg van de cao-bepaling bevestigd en geoordeeld dat de docente recht heeft op de jubileumgratificatie, omdat haar diensttijd bij de Europese School meetelt. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en Esprit veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.