ECLI:NL:GHAMS:2019:1868

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 april 2019
Publicatiedatum
13 juni 2019
Zaaknummer
23-004511-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herbeoordeling van de mogelijkheid van elektronisch toezicht in strafzaak

Op 16 april 2019 vond een terechtzitting plaats in de meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, waar de mogelijkheid van elektronisch toezicht voor de verdachte werd besproken. De verdachte, geboren in 1979, was aanwezig en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.W.H.M. Wolters. Tijdens de zitting werd het verzoek gedaan om de reclassering een rapport op te laten stellen over de mogelijkheid van elektronisch toezicht, aangezien de reclassering eerder in een rapport van 17 januari 2019 had aangegeven dat dit niet expliciet was onderzocht. De raadsman argumenteerde dat de verdachte inmiddels een verblijfadres had bij een vriend, waardoor elektronisch toezicht nu tot de mogelijkheden behoorde.

De advocaat-generaal, mr. D. Benammar, verzette zich echter tegen dit verzoek en stelde dat de reclassering al had gerapporteerd dat elektronisch toezicht geen optie was vanwege het ontbreken van een vast verblijfadres. Na beraad in de raadkamer besloot het hof dat de advocaat-generaal de reclassering alsnog moest opdracht geven om expliciet te rapporteren over de mogelijkheid van elektronisch toezicht, rekening houdend met het eerdere rapport. Het hof schorste het onderzoek voor onbepaalde tijd en beval de oproeping van de verdachte en zijn raadsman voor een nader te bepalen zitting.

Uitspraak

Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer van dit gerechtshof op 16 april 2019.
Tegenwoordig zijn:
Mr. M.J.A. Duker, voorzitter,
mr. M.F.J.M. de Werd en mr. A.M.P. Geelhoed, leden,
C.N. Aalders, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. D. Benammar, advocaat-generaal.
De voorzitter doet de zaak tegen de hierna te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, ter terechtzitting verschenen, antwoordt op vragen van de voorzitter te zijn:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
adres: [adres].
Als raadsman van de verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp.
De voorzitter vermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en wijst erop dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
De raadsman doet het verzoek de reclassering een rapport te laten opmaken ten aanzien van de mogelijkheid van elektronisch toezicht en deelt ter onderbouwing daarvan mede:
Op de zitting van 25 september 2018 heeft het hof aan de advocaat-generaal opgedragen een reclasseringsrapport over cliënt te bewerkstelligen. Daarbij diende in het bijzonder de mogelijkheid van elektronisch toezicht te worden onderzocht. De reclassering heeft inmiddels uitgebreid over de verdachte gerapporteerd in een rapport van 17 januari 2019.
De mogelijkheid van elektronisch toezicht is echter niet expliciet onderzocht, wellicht wegens het verondersteld ontbreken van een vast verblijfadres van cliënt. Cliënt woont nu bij een vriend en heeft zodoende een verblijfadres. Elektronisch toezicht behoort daarom tot de mogelijkheden. Ik verzoek daarom om de reclassering de mogelijkheid van elektronisch toezicht alsnog te laten onderzoeken.
De advocaat-generaal verzet zich tegen het verzoek van de raadsman en deelt ter onderbouwing daarvan mede:
De reclassering heeft in het rapport geen rooskleurig beeld geschetst van de verdachte. Ik zie het nut er niet van in om de mogelijkheid van elektronisch toezicht opnieuw te laten onderzoeken. De reclassering heeft immers reeds onderzocht of elektronisch toezicht tot de mogelijkheden behoorde. Omdat de verdachte geen vast verblijfadres had, was elektronisch toezicht geen optie .
Het hof onderbreekt het onderzoek ter terechtzitting voor beraad in de raadkamer.
Na hervatting van het onderzoek ter terechtzitting deelt de voorzitter als beslissing van het hof mede dat de advocaat-generaal wordt opgedragen te bewerkstelligen dat de reclassering alsnog uitdrukkelijk rapporteert over de mogelijkheid van elektronisch toezicht, mede met in achtneming van het eerdere rapport van 17 januari 2019.
Voorts deelt de voorzitter als beslissing van het hof mede dat het onderzoek wordt geschorst voor onbepaalde tijd, met bevel tot oproeping van de verdachte en diens raadsman tegen de dag en het tijdstip van de nader te bepalen terechtzitting.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
Noot: Voor de behandeling van onderhavige zaak op de volgende zitting dienen 50
minutente worden gereserveerd.