ECLI:NL:GHAMS:2019:1826

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 juni 2019
Publicatiedatum
5 juni 2019
Zaaknummer
23-002885-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens onvoldoende bewijs van vernieling van auto

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van een auto, specifiek een Audi, op 19 juli 2017 te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte zowel primair als subsidiair medeplegen van vernieling, waarbij de verdachte samen met anderen zou hebben gehandeld. Tijdens de zitting in hoger beroep op 20 mei 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.

Het hof heeft vastgesteld dat de herkenning van de verdachte door de verbalisanten op camerabeelden niet voldoende bewijs opleverde voor de tenlastelegging. De enige aanwijzing was de fysieke aanwezigheid van de verdachte bij de medeverdachten in de parkeergarage, maar dit was onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.

Daarnaast was er een vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg een schadevergoeding van € 697,09 had gevorderd. Aangezien de verdachte niet schuldig werd verklaard, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding, en werd bepaald dat beide partijen hun eigen kosten dragen. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting en is ondertekend door de griffier, met uitzondering van twee rechters die buiten staat waren om te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002885-18
datum uitspraak: 3 juni 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 augustus 2018 in de strafzaak onder parketnummer
13-081189-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
20 mei 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 juli 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een spoiler en/of een personenauto (type: Audi), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s), te weten aan [benadeelde] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of één of meer onbekende (mede)dader(s) op of omstreeks
19 juli 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een spoiler en/of een personenauto (type: Audi), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], te weten aan [benadeelde] toebehoorde, heeft/hebben vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 19 juli 2017 in Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door (toen en daar)
  • de spoiler in zijn (rechter)hand te hebben en/of
  • op de uitkijk te staan.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het primair ten laste gelegde medeplegen van vernieling bewezen wordt verklaard en dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft geen redenen te twijfelen aan de juistheid van de herkenning van de verdachte door de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]. Ondanks dat de verbalisanten de verdachte hebben herkend op de camerabeelden, kan uit het dossier niet meer worden afgeleid dan enkel de fysieke aanwezigheid van de verdachte bij de twee medeverdachten in de parkeergarage waar de auto van aangeefster is beschadigd. Dat is zowel voor het primair ten laste gelegde als voor het subsidiair ten laste gelegde onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. De verdachte moet daarom worden vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 697,09. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.D.R.M. Boumans, mr. J. Piena en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van
mr. L. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
3 juni 2019.
Mr. Boumans en mr. Postma zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]