Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[X] BEHEER B.V.,
2. CHEIRON IT B.V.,
3. [X] ,
4. [geïntimeerde sub 4] ,
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De beoordeling
successfeevan € 200.000,= exclusief btw, uit te keren. [appellant] heeft dit besluit als bestuurder van [appellant] Holding, in haar hoedanigheid van aandeelhouder van Inmoves, mede ondertekend.
ten grondslag ligt waaraan [appellant] , via zijn holding, als één van de aandeelhouders heeft meegewerkt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze informatie zodanig relevant is voor de beoordeling van het beslagrekest van 9 mei 2018 dat dit in het beslagrekest gemeld had moeten worden. Nu [appellant] dit heeft verzuimd, is sprake van schending van de in artikel 21 Rv op hem rustende verplichting alle feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Deze schending is naar het oordeel van de voorzieningenrechter zodanig ernstig dat dit moet leiden tot opheffing van de beslagen.”
incidentele griefkomen [X] Beheer c.s. op tegen de afwijzing door de voorzieningenrechter van de vordering tot opheffing van het ten laste van Inmoves gelegde beslag. Bij deze grief hebben [X] Beheer c.s. echter geen belang, omdat voormeld beslag niet te hunnen laste was gelegd en Inmoves, gezien de appeldagvaarding, niet betrokken is in dit hoger beroep. Het enkele feit dat Inmoves als partij in de kop van de memorie van antwoord/grieven (en overigens ook in die van de memorie van grieven) is vermeld maakt dat niet anders.