ECLI:NL:GHAMS:2019:1734

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 mei 2019
Publicatiedatum
24 mei 2019
Zaaknummer
23-000612-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal van golfballen na hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal van golfballen, die hij op 12 april 2016 in Cruquius zou hebben weggenomen. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 30 april 2019 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die vrijspraak heeft gevorderd. De tenlastelegging betrof het wegnemen van golfballen die toebehoorden aan de Haarlemmermeersche Golfclub.

Het hof heeft vastgesteld dat golfers, door hun golfballen achter te laten op het terrein, de eigendom van deze ballen prijsgeven. Dit betekent dat de golfballen niet automatisch toebehoren aan de golfclub of aan een persoon die door de club is gemachtigd om deze ballen te verzamelen. Het hof heeft echter ook opgemerkt dat golfballen die gemerkt zijn als eigendom van de golfclub, wel degelijk aan de club blijven toebehoren, zelfs nadat ze zijn gespeeld. Het hof kon niet vaststellen dat de verdachte golfballen heeft meegenomen die aan een ander toebehoorden.

Daarom heeft het hof geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Het vonnis waarvan beroep is vernietigd en de verdachte is vrijgesproken van de beschuldiging van diefstal. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 14 mei 2019.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000612-17
datum uitspraak: 14 mei 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 14 februari 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-077496-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 30 april 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 12 april 2016, te Cruquius, gemeente Haarlemmermeer tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen golfballen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Haarlemmermeersche Golfclub, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Op het moment dat golfers door hen meegebrachte golfballen, na deze te hebben geslagen, op het golfterrein achterlaten, geven zij de eigendom van deze ballen prijs. Dat de golfballen zich mogelijk nog op het terrein van de golfclub bevinden, betekent niet dat de eigendom van de ballen overgaat van de golfers op de club of op de persoon die door de club gemachtigd is deze ballen te verzamelen. Voor deze golfballen geldt dan ook niet – zonder meer – dat zij aan een ander dan de verdachte of zijn mededader toebehoorden.
Dit ligt anders ten aanzien van golfballen die zijn gemerkt als toebehorende aan de golfclub. Deze ballen zijn de golfclub blijven toebehoren, ook nadat ze zijn gespeeld. Dat zich bij de door de verdachte en zijn mededader meegenomen golfballen dergelijke ballen bevonden, kan op grond van het dossier niet worden vastgesteld.
Nu niet is komen vast te staan dat de verdachte en zijn mededader golfballen hebben meegenomen die aan een ander toebehoorden, is naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. F.A. Hartsuiker en mr. M. Iedema, in tegenwoordigheid van mr. S. Ourahma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 mei 2019.
[…]