ECLI:NL:GHAMS:2019:1731
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voorhanden hebben boksbeugel; beoordeling van wapenclassificatie onder Wet wapens en munitie
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het voorhanden hebben van een boksbeugel, een wapen van categorie I, onder 3, zoals omschreven in artikel 2 van de Wet wapens en munitie. De tenlastelegging betrof een incident op 12 augustus 2015 op Schiphol, waar de verdachte zou hebben geprobeerd een boksbeugel aan boord van een luchtvaartuig te brengen.
Tijdens de zitting heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor de verdachte heeft gevraagd. Het hof heeft het voorwerp in kwestie, een telefoonhoesje dat uiterlijke kenmerken van een boksbeugel vertoonde, beoordeeld. Het hof kwam tot de conclusie dat het materiaal waarvan het voorwerp was vervaardigd, het ongeschikt maakte om daadwerkelijk als boksbeugel te worden gebruikt. Hierdoor kon het voorwerp niet worden geclassificeerd als een wapen van categorie I, onder 3.
Het hof heeft vastgesteld dat er niet wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldiging, en heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij de meervoudige strafkamer aanwezig was.