ECLI:NL:GHAMS:2019:1731

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 april 2019
Publicatiedatum
24 mei 2019
Zaaknummer
23-000178-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voorhanden hebben boksbeugel; beoordeling van wapenclassificatie onder Wet wapens en munitie

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het voorhanden hebben van een boksbeugel, een wapen van categorie I, onder 3, zoals omschreven in artikel 2 van de Wet wapens en munitie. De tenlastelegging betrof een incident op 12 augustus 2015 op Schiphol, waar de verdachte zou hebben geprobeerd een boksbeugel aan boord van een luchtvaartuig te brengen.

Tijdens de zitting heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor de verdachte heeft gevraagd. Het hof heeft het voorwerp in kwestie, een telefoonhoesje dat uiterlijke kenmerken van een boksbeugel vertoonde, beoordeeld. Het hof kwam tot de conclusie dat het materiaal waarvan het voorwerp was vervaardigd, het ongeschikt maakte om daadwerkelijk als boksbeugel te worden gebruikt. Hierdoor kon het voorwerp niet worden geclassificeerd als een wapen van categorie I, onder 3.

Het hof heeft vastgesteld dat er niet wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldiging, en heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij de meervoudige strafkamer aanwezig was.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000178-18
datum uitspraak: 30 april 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 11 januari 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-179296-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 30 april 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 12 augustus 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer aan boord van een luchtvaartuig of op een luchthaven, aangewezen krachtens artikel 52, vierde lid Wet wapens en munitie, één of meer wapens van categorie I, onder 3, te weten een boksbeugel, voorhanden heeft gehad en/of heeft gedragen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Het bewuste voorwerp, een telefoonhoesje, vertoont weliswaar uiterlijke kenmerken van een boksbeugel. Maar gezien het materiaal waarvan het is vervaardigd, is het ongeschikt om daadwerkelijk als zodanig te worden gebruikt. Het voorwerp kan dan ook niet worden beschouwd als een wapen van categorie I, onder 3, als omschreven in artikel 2 van de Wet wapens en munitie.
Naar het oordeel van het hof is aldus niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Iedema, mr. F.A. Hartsuiker en mr. M.F.J.M. de Werd, in tegenwoordigheid van mr. S. Ourahma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 30 april 2019.