Bewijsmiddelen
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
1. Een proces-verbaal van aangifte, met nummer PLI300-2018036711-1 van 19 februari 2018
in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde pagina’s 4-5). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van [benadeelde 1]:
Op 19 februari 2018 was ik op een besloten feest aan boord van een partyboot te
Amsterdam. Ik had mijn sjaal van het merk Ralph Lauren die blauw was van
kleur in de linkermouw van mijn jas gedaan. Nadat het feestje was afgelopen, zag
ik dat mijn sjaal niet meer in mijn jas zat. Ik zag dat een persoon een donkerblauwe sjaal
om had die erg veel leek op mijn sjaal.
2. Een proces-verbaal van aangifte, met nummer P1I300-2018037860-1 van 21 februari 2018
in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina’s 7-8). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaringen van [benadeelde 2] en als mededeling van verbalisant:
Op 19 februari 2018 was ik in de sportwinkel [naam 1] te Amsterdam. Ik legde
mijn telefoon in de oplader, achter de toonbank. Omstreeks 18:15 uur kwam ik
erachter dat mijn telefoon niet meer in de oplader zat.
Ik, verbalisant, heb de telefoon aan aangever laten zien. Ik hoorde haar verklaren: ‘Ik herken mijn telefoon en ik herken ook mijn achtergrond.’
Telefoon Samsung S6, wit, imei: [nummer 1] .
3. Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer PL1300-2018036711-4 van 20
februari 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] (doorgenummerde pagina’s 45-46). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisanten:
Op 19 februari 2018 omstreeks 22.00 uur stapten wij op het schip. Wij hebben [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] te [geboorteplaats] staande gehouden. Ik zag dat
verdachte diverse dure telefoons bij zich had. Hierop hoorde ik één van de gasten
zeggen dat de sjaal die verdachte om had, niet van verdachte was, maar van hem. Ik
hoorde verdachte zeggen dat hij een vergissing had gemaakt met de sjaal, deze was
inderdaad niet van hem.
4. Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer PL1300-2018036711-20 van 21 februari 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina’s 67-73). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Op 19 februari 2018 werd in [naam 1] te Amsterdam een diefstal gepleegd. Er bestaan camerabeelden van dit incident. Ik zie hierop dat de man om 17.49 uur naar de
achterkant van de kassa toeloopt. Ik zie dat de man zijn rechterarm uitsteekt.
Terwijl de man zijn arm weer naar zich toehaalt, zie ik dat de man een witte
telefoon in zijn hand heeft. Ik zie dat de man de winkel verlaat. De verdachte is
door een andere collega herkend als: [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] 1983 te
[geboorteplaats] .
5. Een kennisgeving van inbeslagneming, met nummer PL1300-2018036711-7, rapporteur [verbalisant 3] (doorgenummerde pagina’s 166-167). Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Beslagene: [verdachte] , geboren op 1 januari 1983 te langer (Marokko).
Volgnummer 1: Telefoon Samsung S6 (wit), imei nummer: [nummer 1] .
6. De eigen waarneming van het hof ter terechtzitting in hoger beroep van 3 mei 2019 inhoudende:
- De bovenkleding van de persoon op de camerabeelden van [naam 1] , zoals is te zien op
p. 70 vertoont qua kleur en vorm sterke gelijkenis met de bovenkleding die de verdachte bij zijn aanhouding droeg, zoals is te zien op p. 61;
- De schoenen die de persoon op de camerabeelden droeg, zoals is te zien op p. 72,
vertonen qua kleur en teken op de zool sterke gelijkenis met de schoenen die de
verdachte droeg ten tijde van zijn aanhouding, zoals is te zien op p. 64.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
7. Een proces-verbaal van aangifte, met nummer PL1300-2018033101-1 van 14 februari 2018
in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] (doorgenummerde pagina’s 13-14). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van [aangever 1]:
Ik doe hierbij aangifte van diefstal uit mijn hotel genaamd [naam 6] op 14 februari
2018. De volgende goederen zijn weggenomen: geld (1035 euro). De man heeft met een
vork de kassalade geforceerd.
8. Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer PL1300-2018033101-3 van 19 februari 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] (doorgenummerde pagina’s 24-25). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Ik zag op de bewegende beelden het volgende. NN stapt op 14 februari 2018 het Hotel
[naam 6] te Amsterdam binnen. De receptionist stapt weg uit de receptie. NN
gaat achter de receptie. Hij is aan het trekken aan iets onder de receptie. NN
verlaat de receptie.
9. Een proces-verbaal van aangifte, met nummer PL1300-2018022666-1 van 31 januari 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] (doorgenummerde pagina’s 26-28). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van [aangever 2]:
Hierbij doe ik aangifte van diefstal van 130,- euro uit het [naam 3] Hotel te
Amsterdam op 25 januari 2018.
10. Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer PL1300-2018033101-2 van 19 februari 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] (doorgenummerde pagina’s 74-75). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Ik zag op de bewegende beelden van Hotel [naam 3] het volgende. NN komt
Op 25 januari 2018 omstreeks 18.00 uur binnen en loopt naar de receptie. De receptionist
verlaat de receptie. NN staat op en loopt naar de receptie. NN opent een lade achter de
receptie en doorzoekt een kistje. NN pakt een stapeltje papiergeld uit het kistje en loopt
richting de hoteldeur en stopt het geld in zijn broekzak.
11. Een proces-verbaal van aangifte, met nummer PL1300-2018022823-1 van 1 februari 2018
in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 8] (doorgenummerde pagina’s 30-32). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van [aangever 3]:
Ik doe aangifte van een diefstal uit de kassa van Hotel [naam 4] te
Amsterdam op 31 januari 2018. Het bedrag dat uit de kassa is ontvreemd bedraagt
175 euro.
12. Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer PL1300-2018022823-5 van 14 februari 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 9] (doorgenummerde pagina’s 92-93). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Ik zag op de bewegende beelden van Hotel [naam 4] (het hof begrijpt: van 31 januari
2018) het volgende. NN kijkt achter de balie als de baliemedewerkster van haar plaats is.
NN steekt een schaar tussen de balie en de kassalade en wrikt deze open. NN heeft de
kassalade geopend en pakt papiergeld uit de kassalade. NN doet vervolgens nog een
greep in een vakje met muntgeld en verlaat de lobby van het hotel.
13. Een proces-verbaal van aangifte, met nummer PL1300-2018024742-1 van 6 februari 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 10] (doorgenummerde pagina’s 33-34). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van [aangever 4]:
Ik doe aangifte van een delict dat plaatsvond op 3 februari 2018 bij [naam 5]
te Amsterdam. Ik kwam terug bij de receptie en ik zag dat de kassalade was
opengebroken. De man heeft 201,- euro buitgemaakt uit de kassa.
14. Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer PL1300-2018024742-2 van 20 februari 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 11] (doorgenummerde pagina 102). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Ik zag op de bewegende beelden van [naam 5] Hotel het volgende. NN komt op 3
februari 2018 het [naam 5] Hotel binnen gelopen. NN is nadat de nachtportier is
weggelokt achter de receptie gelopen. NN rommelt aan de kassalade. NN heeft de
kassalade geopend en pakt daar papiergeld uit. NN verlaat het hotel.
15. Een proces-verbaal van aangifte, met nummer PL1300-201$035926-1 van 23 februari 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 12] . Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van [aangever 5]:
Ik doe aangifte van diefstal op 18 februari 2018 uit Hotel [naam 7] te
Amsterdam. Er is een bedrag van 370,- euro weggenomen.
16. Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer PL1300-2018036711-11 van 20 februari 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 13] (doorgenummerde pagina 47). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Ik heb een foto uit het SKDK in de zaak 2018036711 (het hof begrijpt: feit
1) bekeken. Ik herkende verdachte [verdachte] direct voor de volle 100% aan zijn
gezicht, neus en baard als de verdachte die op de aandachtvestigingen staat in de
zaken 201822666 (het hof begrijpt: de zaak [naam 3] Hotel), 2018022823
(het hof begrijpt: de zaak Hotel [naam 4] ), 2018024742 (het hof begrijpt: de
zaak [naam 5] Hotel) en 2018033101 (het hof begrijpt: de zaak Hotel
[naam 6] ).
17. Een proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar, met nummer PL1300-2018035926-2 van 8 maart 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 14] . Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Op 18 februari 2018 heeft een man in Hotel [naam 7] geld uit de kassa
weggenomen. De persoon op de desbetreffende afbeelding herken ik als [verdachte]
, geboren op [geboortedag 1] 1983 te [geboorteplaats] .
18. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2018036711-18 van 21 februari 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 15] en [verbalisant 16] . Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisanten:
Op 21 februari 2018 hebben wij de verdachte verhoord ter zake meerdere diefstallen uit
hotels (
het hof begrijpt: de voornoemde hotels behalve Hotel [naam 7]). Wij
herkennen de persoon op de stills van de betreffende diefstallen als de door ons
verhoorde verdachte, namelijk aan zijn gezicht, neus, haar en kapsel, snor, baard en
postuur.
19. Eigen waarneming van het hof ter terechtzitting in hoger beroep van 3 mei 2019.
Het hof neemt waar dat de beelden van het [naam 3] hotel op p. 77 en 78 en van
hotel [naam 7] op p. 83 van goede kwaliteit zijn.
Ten aanzien van het onder 3 primair ten laste gelegde:
20. Een proces-verbaal van aangifte, met nummer PL1300-037817-1 van 21 februari 2018 in
de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 17] . Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van [benadeelde 3]:
Op 17 februari 2018 was ik in Amsterdam en ik zat met mijn telefoon (Samsung
S8, zilverkleurig) in mijn hand. Een man kwam binnen en hij greep meteen mijn
telefoon uit mijn handen. De man rende naar buiten.
21. Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer PL1300-2018036711-22 van 22 februari 2018 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 15] . Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Aangeefster [benadeelde 3] deed aangifte van diefstal van haar telefoon Samsung S8,
zilverkleurig ( [nummer 2] ). Ik heb [benadeelde 3] een foto getoond van de ID staat
van verdachte [verdachte] . geboren op [geboortedag 1] 1983 te [geboorteplaats] .
Ik hoorde dat [benadeelde 3] antwoordde: ‘Ja, hij heeft het gedaan. Ik herken zijn gezicht,
ogen. Hij was degene die de telefoon van mij heeft gestolen.’
22. Een kennisgeving van inbeslagneming, met nummer PLI300-2018036711-8, rapporteur [verbalisant 3] (doorgenummerde pagina’s 169-170). Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Beslagene: [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] 1983 te [geboorteplaats] .
Volgnummer 1: Samsung, zilverkleurig, serienummer: [nummer 2] .
De hiervoor vermelde bewijsmiddelen zijn – ook in hun onderdelen – telkens gebezigd tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5° van het Wetboek van Strafvordering betreft, telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.