ECLI:NL:GHAMS:2019:1470
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake civiele zaak met verzoek om comparitie van partijen
In deze civiele zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een of meer vonnissen die eerder zijn gewezen in de onderhavige zaak. De zaak is op de rol ingeschreven en de geïntimeerde is bij advocaat verschenen. Het Gerechtshof Amsterdam heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten. Dit is bedoeld om inlichtingen te verkrijgen, een minnelijke regeling te beproeven en het verdere verloop van het hoger beroep te bespreken. Hierbij kunnen ook onderwerpen zoals mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen aan de orde komen.
Het hof heeft bepaald dat partijen in persoon, of vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is tot het aangaan van een schikking, moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris. De comparitie zal plaatsvinden in het Paleis van Justitie in Amsterdam op een nader te bepalen tijdstip. Partijen zijn verplicht om binnen een week hun verhinderdagen op te geven, waarna het hof de datum van de comparitie zal vaststellen. Tevens is bepaald dat appellante uiterlijk vier weken na de uitspraak een kopie van het volledige procesdossier moet indienen bij het hof.
Het hof houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat er nog geen definitieve uitspraak is gedaan over de inhoudelijke zaak. Dit arrest is gewezen door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 23 april 2019.