In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Soedan in 1982, was beschuldigd van het meermalen opzettelijk gebruik maken van een vervalst recept, dat bestemd was om als bewijs te dienen. De tenlastelegging betrof het gebruik van een vals recept bij verschillende apotheken in Amsterdam tussen 1 juli 2015 en 12 juni 2018. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte een vervalst recept heeft aangeboden bij apotheken, en dat hij zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat het recept vals was. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en het bewezen verklaarde als strafbaar gekwalificeerd. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, met een proeftijd van twee jaar. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder voor soortgelijke delicten was veroordeeld. De op te leggen straf is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, waaronder artikel 225, dat betrekking heeft op het gebruik van valse geschriften.