ECLI:NL:GHAMS:2019:1352

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 maart 2019
Publicatiedatum
19 april 2019
Zaaknummer
23-001887-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in ontnemingszaak na oplichting door het gerechtshof Amsterdam

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 mei 2018. De veroordeelde, geboren in 1981 en thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Nieuwegein, was eerder veroordeeld voor meermalen gepleegde oplichting. Het openbaar ministerie had in eerste aanleg gevorderd dat de veroordeelde een bedrag van € 21.345,00 aan de Staat zou betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank Amsterdam legde echter een verplichting op tot betaling van € 20.045,00. De veroordeelde ging in hoger beroep tegen beide vonnissen.

Tijdens de zitting op 1 maart 2019 heeft het hof de zaak behandeld, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de veroordeelde en zijn raadsvrouw. De advocaat-generaal heeft verzocht om bevestiging van het vonnis waarvan beroep. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank Amsterdam bevestigd, waarbij het hof zich verenigde met de overwegingen van de rechtbank. De beslissing van het hof houdt in dat de veroordeelde de verplichting tot betaling van € 20.045,00 aan de Staat moet nakomen. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 15 maart 2019.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001887-18
datum uitspraak: 15 maart 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 mei 2018 op de vordering van het openbaar ministerie ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht in de ontnemingszaak met nummer 13-650247-17 tegen de veroordeelde
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
adres: [adres],
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Nieuwegein.

Procesgang

De veroordeelde is in de strafzaak bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 mei 2018 – kort gezegd en voor zover in het kader van deze procedure van belang – veroordeeld ter zake van oplichting meermalen gepleegd.
Het openbaar ministerie heeft in eerste aanleg in de ontnemingszaak gevorderd dat aan de veroordeelde de verplichting zal worden opgelegd tot betaling van € 21.345,00 aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
De rechtbank Amsterdam heeft in de ontnemingszaak bij vonnis van 16 mei 2018 de veroordeelde
de verplichting opgelegd tot betaling van € 20.045,00 aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
De veroordeelde heeft hoger beroep ingesteld tegen beide vonnissen.
De veroordeelde is in de strafzaak bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 15 maart 2019 veroordeeld ter zake van – kort gezegd en voor zover in de onderhavige zaak van belang – oplichting meermalen gepleegd.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
1 maart 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de veroordeelde en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit daarom bevestigen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin
zitting hadden mr. J. Piena, mr. S. Clement en mr. J.L. Bruinsma, in tegenwoordigheid van
mr. S.W.H. Bootsma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof
van 15 maart 2019.
=========================================================================
[…]