ECLI:NL:GHAMS:2019:1166

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 maart 2019
Publicatiedatum
8 april 2019
Zaaknummer
23-003059-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van alle rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid na verkeersongeval

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was betrokken bij een verkeersongeval op 4 februari 2017 in Haarlem, waarbij hij de plaats van het ongeval heeft verlaten. De tenlastelegging omvatte het verlaten van de plaats van het ongeval, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat aan een ander letsel was toegebracht. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en het verweer van de raadsman. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, die zijn handelen op het moment van het delict heeft beïnvloed. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte ontoerekeningsvatbaar was. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat het bewezen verklaarde niet aan hem kon worden toegerekend. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters unaniem tot deze conclusie zijn gekomen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003059-18
datum uitspraak: 20 maart 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 9 mei 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-244055-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
20 maart 2019.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman ter zitting naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, als degene die als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Haarlem op/aan de Floris van Adrichemlaan, op of omstreeks 4 februari 2017, de voornoemde plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel en/of schade was toegebracht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening mondeling vonnis is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan,
met dien verstande dat:
hij, als degene die als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval
dat had plaatsgevonden in Haarlem op de Floris van Adrichemlaan, op 4 februari 2017, de voornoemde plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel was toegebracht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Strafbaarheid van de verdachte

Uit de stukken in het dossier, waaronder een psychiatrisch onderzoek d.d. 24 juli 2010, blijkt dat bij
de verdachte destijds een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens bestond, die zijn handelen dermate beïnvloedde dat de psychiater op basis daarvan ontoerekeningsvatbaarheid adviseerde.
Het Hof is van oordeel dat op basis van de inhoud van voornoemd rapport en hetgeen door de raadsman thans naar voren is gebracht gevoeglijk kan worden aangenomen dat voornoemde stoornis ook bestond ten tijde van het plegen van het bewezen verklaarde feit. Een nieuw psychiatrisch rapport zal naar alle waarschijnlijkheid niet tot een andere conclusie leiden. Het hof is derhalve van oordeel, in aansluiting op het requisitoir van de advocaat-generaal en het betoog van de raadsman, dat het gedrag van de verdachte ten tijde van het plegen van het strafbare feit met deze stoornis samenhangt, zodat het bewezenverklaarde hem niet kan worden toegerekend. Op grond van het voorgaande is de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde niet strafbaar en dient derhalve te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld, verklaart de verdachte niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin
zitting hadden mr. S. Clement, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. M.R. Cox, in tegenwoordigheid van
mr. R.L. Vermeulen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof
van 20 maart 2019.
mr. M.R. Cox is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]