3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( i) Sinds maart 2005 huurt [appellante] een bedrijfsruimte met achtergelegen woning (verder: de woning) aan de [adres 1] . De bedrijfsruimte fungeert als winkel en daarnaast als kantoorruimte/opslagruimte voor het kinderdagverblijf van [appellante] , gelegen aan de [adres 2] .
(ii) In augustus 2014 hebben [geïntimeerden] met hun twee dochters, [A] (16 jaar) en [B] (6 jaar), de woning betrokken. Zij hebben sindsdien op dat adres gewoond.
(iii) Van 8 oktober 2014 tot 8 september 2015 heeft [geïntimeerde sub 1] ingeschreven gestaan op het adres van de woning. Daarna is zij ingeschreven op het adres [adres 3] . Op 7 oktober 2017 heeft [C] , de partner dan wel – sinds kort – de ex-partner van [appellante] , blijkens een (door [geïntimeerden] in het geding gebrachte) advertentie op [website] vanaf dit adres open huis gehouden teneinde een complete inboedel te verkopen “wegens vertrek naar het buitenland van de huurders”. [C] woont zelf op het adres [adres 4] , van welk huis hij eigenaar is.
(iv) Begin september 2017 heeft [appellante] [geïntimeerden] gesommeerd de woning per 1 oktober 2017 te verlaten. Deze termijn is daarna verlengd tot 15 oktober 2017. [geïntimeerden] hebben hieraan niet voldaan.
( v) Bij e-mail van 26 september 2017 heeft de toenmalige advocaat van [geïntimeerden] , mr. M. Lewandowski, aan [appellante] meegedeeld dat sprake is van een reguliere huurovereenkomst tussen partijen, dat [appellante] voor ontruiming rechterlijke toestemming nodig heeft en dat daarbij een wettelijke opzegtermijn in acht genomen dient te worden. [appellante] is verder verzocht zich aan de wet te houden.
(vi) Op 17 oktober 2017 heeft [appellante] de spullen van [geïntimeerden] in vuilniszakken gestopt, inclusief de inhoud van de koelkast, en de sloten van de woning vervangen. [geïntimeerden] zijn gedwongen de woning te verlaten. Beide partijen hebben vervolgens de politie ingeschakeld, waarna [appellante] [geïntimeerden] toegang heeft moeten verlenen tot de woning. Daarna heeft de politie bewerkstelligd dat opnieuw nieuwe sloten in de toegangsdeur van de woning zijn geplaatst, zodat [geïntimeerden] daartoe weer toegang hadden.
(vii) Op 19 oktober 2017 hebben [geïntimeerde sub 1] en [A] aangifte gedaan tegen [appellante] van huisvredebreuk, vernieling en diefstal, gepleegd op 17 oktober 2017. In de aangifte staat, voor zover van belang, het volgende:
“Dit pand is van een vrouw genaamd [appellante] en zij verhuurt de woongedeelte aan mij. Ik betaal 1150 euro inclusief gebruik water, elektra, gas en internet.
De huur betaal ik altijd contant aan mevrouw [appellante] .
Ik heb geen huurcontract afgesloten met haar. Het is een mondelinge overeenkomst tussen mevrouw [appellante] en mij geweest. Wij zijn nooit overeen gekomen dat de huur voor een bepaalde tijd zou zijn. (…)
Zij heeft mij en mijn kinderen ingeschreven op de [adres 3] . (…)
Mevrouw [appellante] heeft nooit in de woning verbleven op de [adres 1] [bedoeld zal zijn: 219; hof] sinds ik de woning van haar huur. (…)”
(viii) In een verklaring van 26 oktober 2017 van [D] van het Adviesbureau voor Anderstaligen staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…) Het door mij opgesteld dossier van de cliënte bevat o.a. onderstaande opmerking:
‘02-02-2015:
Cliënte in Amsterdam bezocht om WW-uitkering in te regelen. Cliënte toegelicht over rechten en plichten van werkzoekende. LET OP : Cliënte heeft echter geen huurovereenkomst (verhuurder: [appellante] , huur: 1150 € p/m).’ (…)”
(ix) In een verklaring van [E] , eigenaresse van een schoonheidssalon waar [geïntimeerde sub 1] klant is, van 8 november 2017 staat, voor zover van belang, het volgende:
“Mevr. [geïntimeerde sub 1] betaalt veels te veel geld voor een kleine ruimte achter de winkel (...). Zo moest ze altijd de huur zwart betalen en mocht het niet via een bankomschrijving, (...).”
( x) In tekstberichten van april 2016 tussen [appellante] en [geïntimeerde sub 1] staat, voor zover van belang, het volgende:
[ [geïntimeerde sub 1] :]
“Hallo, heb je toevallig gekeken of er zijn brieven voor ons op die andere adres [bedoeld is het adres [adres 3] , hof]? Ik heb gisteren svb gebelt want we krijgen geen geld meer voor kinderbijslag en ze zeiden ze hebben gestuurd in januari brief en die werd terug gestuurt naar hun.. (…) Kan je misschien nogmaals kijken of er zijn brieven?”
[antwoord [appellante] :]
“Er zijn geen brieven, alles wat aankomt krijgen jullie de dag erna, ze zeggen zelf dat hij is teruggestuurd, dat hebben wij niet gedaan”
[ [appellante] :]
“Hi [geïntimeerde sub 1] , do you have time this week to do the garden 1 or 2 days”
[antwoord [geïntimeerde sub 1] :]
“Hello, I think wednesday and donderdag but I let you know. It is At you garden?”
[antwoord [appellante] :]
“Yes at […] ’s house [bedoeld is [adres 4] , hof]”
[ [geïntimeerde sub 1] :]
“Hay [appellante] , this week too cleaning at you house [bedoeld is [adres 4] , vzr.]?”
[ [appellante] :]
“Yes please”