afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003500-17
datum uitspraak: 23 april 2018
Tussenarrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 26 september 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-654069-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1962,
thans gedetineerd in P.I. Midden Holland, Gevangenis De Geniepoort te Alphen aan den Rijn.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 april 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Op de terechtzitting in hoger beroep van 9 april 2018 heeft het onderzoek in deze strafzaak plaatsgevonden en is dat gesloten.
Overwegingen
Tijdens de beraadslaging in raadkamer is gebleken dat het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep niet volledig is geweest.
In het proces-verbaal van bevindingen van 12 juni 2017 met nummer 2017122266-6, opgemaakt door politieambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (dossierpagina 20), is - zakelijk weergegeven - het volgende gerelateerd:
Ter plaatse troffen wij, verbalisanten, twee voertuigen (…). Het achterste voertuig was voorzien van het Nederlands kenteken [kenteken] (…). Wij (…) werden verzocht (…) een onderzoek in te stellen in het voertuig voorzien van het kenteken [kenteken] (…). Ik, verbalisant [verbalisant 2], opende het bijrijdersportier van voornoemd voertuig. Middels een zaklamp heb ik in het voertuig verlicht. Ik zag dat op de bodemplaat voor de bijrijdersstoel een zwarte tas lag. Ik zag dat de tas was voorzien van een ritssluiting. Ik zag dat de rits openstond. Ik heb mijn bovenlichaam voorovergebogen over de zitting van de bijrijder. Hierdoor had ik direct zich in de tas. Ik zag een houten handvat en een trekker van vermoedelijk een vuurwapen. Op de tas lagen twee zwarte collen. De zwarte collen belemmerde[n] het zicht op de rest van het vermoedelijke vuurwapen. Hierop heb ik de zwarte collen opgepakt en op de zitting van de bijrijdersstoel gelegd. Ik zag hierdoor het vermoedelijke vuurwapen beter zichtbaar werd. Ik zag dat de kastgroep gedeeltelijk zichtbaar werd.
De verdachte heeft op de terechtzitting in hoger beroep, samengevat, verklaard dat hij vanaf ongeveer 23.00 uur op de betreffende bijrijdersstoel heeft gezeten en het voertuig niet heeft verlaten tot de politie ter plaatse kwam. Dat laatste was omstreeks 01.00 uur (p. 14). De verdachte heeft verklaard wel ‘een trui’, maar niet de tas, laat staan het vuurwapen te hebben opgemerkt.
Er bevinden zich in het dossier geen foto’s van de door [verbalisant 2] beschreven situatie, noch van de door hem aangetroffen voorwerpen. Evenmin is daarin beschreven waar de aangetroffen tas en collen zich exact op de bodemplaat van het voertuig, een Audi A6, hebben bevonden. Voor een goede beoordeling van de verklaring van de verdachte acht het hof het noodzakelijk omtrent één en ander nader te worden geïnformeerd en dat daartoe door de advocaat-generaal het volgende wordt geëntameerd:
- door of met medewerking van hoofdagent [verbalisant 2] ([nummer]) dient te worden gekomen tot een – zoveel mogelijk – waarheidsgetrouwe nabootsing van de door hem op 12 juni 2017 in het voertuig met kenteken [kenteken] aangetroffen situatie, hetgeen wil zeggen dat:
de desbetreffende (rug)tas, beslagnummer PL1300-2017122266-5401147 (of – indien niet meer beschikbaar – een soortgelijke tas), wordt geplaatst op de bodemplaat voor de bijrijdersstoel van een Audi A6 (van dezelfde of vergelijkbare uitvoering als het voertuig met kenteken [kenteken]),
de rits van deze tas gedeeltelijk is geopend,
een (imitatie) ‘Skorpion’ vuurwapen in de tas is geplaatst en
de betreffende twee zwarte collen (of – indien niet meer beschikbaar – soortgelijke collen) op de tas zijn geplaatst,
één en ander op een wijze die zoveel mogelijk identiek is aan de situatie zoals die door de hoofdagent is aangetroffen, en vervolgens dienen de collen te worden weggehaald, zodat er volledig zicht op de tas ontstaat.
- van deze nabootsing dient
- de (rug)tas (beslagnummer PL1300-2017122266-5401147) dient op de nadere terechtzitting te worden geproduceerd, opdat het als stuk van overtuiging kan worden getoond.
Het hof zal daartoe het onderzoek heropenen, schorsen en de hervatting daarvan gelasten ter terechtzitting van 18 juni 2018 te 11.20 uur.