ECLI:NL:GHAMS:2018:4990
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting en verzoek om dwangsom
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 december 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 25 april 2017. De zaak betreft een naheffingsaanslag omzetbelasting voor het tijdvak van 1 januari 2015 tot en met 31 maart 2015, opgelegd door de ontvanger van de Belastingdienst. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanmaningskosten die door de ontvanger in rekening zijn gebracht. Het Hof oordeelt dat belanghebbende de ontvanger onredelijk laat in gebreke heeft gesteld, waardoor er geen recht op een dwangsom bestaat. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat de ontvanger gerechtigd was om de aanmaning te versturen, aangezien er geen verzoek om uitstel van betaling was ingediend voor de uiterste betaaldatum. Het Hof concludeert dat de rechtbank het juiste toetsingskader heeft toegepast en dat de argumenten van belanghebbende in hoger beroep geen nieuw licht op de zaak werpen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en er worden geen kosten aan de ontvanger opgelegd.