Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1] ,
2.
[appellante sub 2]
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
2.2 Bij notariële akte van 2 mei 2001 (hierna: de leveringsakte) is de grond geleverd aan Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid (hierna: BPF Bouw). In deze akte van levering wordt BPF Bouw aangeduid als “de koper”.
2.3 Ingevolge artikel 9 van de leveringsakte, identiek aan artikel 20 van de koopovereenkomst, heeft [appellanten] recht op voortgezet gebruik van de verkochte landbouwgoederen in het kader van de uitoefening van zijn landbouwbedrijf voor de duur van minimaal zes en maximaal vijftien jaar na datum akte.
2.4 Buiten de koopovereenkomst is gelaten het perceel kadastraal bekend als [plaats] [nummer] (voorheen [plaats] [nummer] ) met de zich daarop bevindende opstallen, bestaande uit onder meer een bedrijfswoning en een ligboxenstal (hierna: het niet verkochte deel).
2.5 [appellanten] heeft het recht op voortzetting van zijn landbouwbedrijf uitgeoefend voor de maximale duur tot 2 mei 2016. Hij is tot op heden blijven wonen in de bedrijfswoning. In 2004 heeft een verbouwing plaatsgevonden aan deze woning, bestaande uit een uitbouw op de begane grond met een nieuwe badkamer en een vergroting van een bestaande slaapkamer. Op deze uitbouw en op het platte deel van het dak van de woning is een kap aangebracht ten behoeve van bergruimte. Later is op de begane grond een serre geplaatst. [appellanten] heeft in 2005 de melkveetak van zijn bedrijf beëindigd. De melkinstallatie is uit de ligboxenstal gehaald. De ligboxenstal, inclusief de mestkelder eronder, doet sindsdien dienst als opslagruimte.
“AanbiedingsverplichtingArtikel 10Indien verkoper (of diens rechtsopvolger(s) onder algemene titel) voor een januari tweeduizend zestien wenst over te gaan tot vervreemding geheel of gedeeltelijk van de buiten deze koop gehouden gronden en opstallen kadastraal bekend gemeente [plaats] , sectie [sectie] , nummer [nummer] gedeeltelijk, is verkoper verplicht dit in koop aan te bieden aan de koper of diens rechtopvolger(s). De koopsom waarvoor en de voorwaarden waaronder de verkoop en levering van de opstallen alsdan zal geschieden zal bindend worden vastgesteld door drie deskundigen. Koper en verkoper wijzen elk één deskundige aan, die op hun beurt een derde deskundige zullen benoemen. Grondslag voor het vaststellen van de te betalen koopsom voor de opstallen zal dan zijn op basis van reconstructie zonder planschade en met kosten. De deskundigen zullen zowel aan de verkoper als aan de koper hun rapport uitbrengen, binnen één maand nadat hun opdracht tot taxatie werd gegeven. De koper zal binnen één maand nadat hij het taxatierapport heeft ontvangen, tot aankoop overgaan voor het in het taxatierapport genoemde bedrag. De kosten van taxatie zijn voor rekening van koper.Bij niet naleving van enige ingevolge deze aanbiedingsverplichting op de verkoper rustende verplichting verbeurt hij een zonder verdere ingebrekestelling terstond opeisbare boete ten behoeve van tienduizend gulden (f. 10.000,00) voor iedere dag dat hij in verzuim is.”
“Indien koper tot verkoop van het verkochte of een gedeelte daarvan besluit over te gaan (…) is koper verplicht (…) het in artikelen 8, 9 en 10, ten behoeve van verkoper bepaalde, alsmede dit artikel uitdrukkelijk aan de verkrijger op te leggen en namens verkoper te aanvaarden onder de bepaling, dat bij elke opvolgende overdracht de overdragende partij gehouden is het in deze artikelen ten behoeve van verkoper bepaald aan de nieuwe verkrijger op te leggen en namens verkoper te aanvaarden, (…)”
“De conclusie van dat overleg is dat het begrip ‘reconstructie’[genoemd in artikel 10, hof]
niet duidelijk is uitgewerkt in de overeenkomst. Als gevolg daarvan lukt het de commissie niet om binnen een maand na opdrachtverstrekking te rapporteren, zoals voorgeschreven in de overeenkomst. Als partijen dat wel willen dan kan de commissie de opdracht niet aanvaarden.Het is aan partijen om een (juridische) uitleg te geven aan hoe de reconstructie moet worden gezien. Het is niet de taak van de taxatiecommissie om haar eigen taxatieopdracht vast te stellen. Pas als de taxatieopdracht door partijen duidelijk is voorgelegd kan de commissie met haar taxatiewerkzaamheden aanvangen.”
3.3. De beoordeling
1. voor recht te verklaren dat bij de uitleg van de term “reconstructie” in artikel 10 van de leveringsakte zoveel mogelijk dient te worden aangesloten hij de Onteigeningswet en hetgeen in het onteigeningsrecht gebruikelijk is;
gronden enopstallen alsdan zal geschieden zal bindend worden vastgesteld door drie deskundigen”;
gronden enopstallen”;
primairwordt uitgegaan van de toestand waarin de gebouwen zich op de peildatum 23 oktober 2015 bevonden, derhalve de woning met inbegrip van de tot die datum daaraan aangebrachte veranderingen, en de ligboxenstal als melkveestal geschikt voor honderdtachtig stuks grootvee met afkalf- en jongveestal, melkstal en een mestkelder;
subsidiairwordt uitgegaan van de toestand waarin de gebouwen zich ten tijde van het passeren van de leveringsakte bevonden, derhalve de woning zonder de na die datum daaraan aangebrachte veranderingen, en de ligboxenstal als melkveestal voor honderdtachtig stuks grootvee met afkalf- en jongveestal, melkstal en een mestkelder;
meer subsidiair: voor de woning wordt uitgegaan van de toestand waarin deze zich ten tijde van het passeren van de leveringsakte bevond, zonder de na die datum daaraan aangebrachte veranderingen, en voor de ligboxenstal wordt uitgegaan van het gebruik dat daarvan op de peildatum 23 oktober 2015 werd gemaakt (opslag en mestkelder zonder huisvesting van vee);
nog meer subsidiair: wordt uitgegaan van de door de rechtbank in goede justitie te oordelen toestand van de woning en de ligboxenstal;
5. Bouwinvest te veroordelen om binnen één maand nadat zij het taxatierapport heeft ontvangen, tot aankoop over te gaan voor het in het taxatierapport genoemde bedrag, op straffe van een te verbeuren dwangsom van € 500,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Bouwinvest niet aan deze veroordeling voldoet;
1. die verplichting tot afnemen uitsluitend betrekking heeft op “de opstallen”; en
a. bij het bepalen van de koopsom voor de opstallen moet worden uitgegaan van de situatie zoals die bestond ten tijde van het passeren van de leveringsakte en dat daarbij dus uitsluitend rekening kan worden gehouden met normaal onderhoud;
b. met de zinsnede “op basis van reconstructie” wordt bedoeld dat de koopsom voor de opstallen moet worden bepaald met toepassing van de gecorrigeerde vervangingswaardemethode, op grond waarvan wordt vastgesteld wat de kosten van de herbouw van deze opstallen bedragen, rekening houdend met een correctie voor de functionele en technische veroudering hiervan, althans een in goede justitie te bepalen uitleg van deze zinsnede;
c. met de zinsnede “zonder planschade” wordt bedoeld dat bij het bepalen van de koopsom voor de opstallen géén rekening zal worden gehouden met de nadelige invloed van het bestemmingsplan dat zal moeten worden vastgesteld om de woningbouw en/of het bedrijventerrein mogelijk te maken en/of dat zal voorzien in het opheffen van de hindercirkels vanwege deze opstallen, althans een in goede justitie te bepalen uitleg van deze zinsnede;
d. met de zinsnede “met kosten” wordt bedoeld dat de kosten van de overdracht voor rekening van de koper komen, althans een in goede justitie te bepalen uitleg van deze zinsnede;
subsidiair: voor zover de koopsom voor de volledige onroerende zaak [plaats] [nummer] zou moeten worden bepaald op basis van reconstructie in de zin van het onteigeningsrecht, bij het bepalen van die koopsom, in ieder geval ook rekening zal moeten worden gehouden met het in 2001 vrijgekomen kapitaal ten bedrage van
f16.000.000,- overeenkomstig de systematiek die daarvoor in het onteigeningsrecht wordt gehanteerd.
(i) de zin “De koopsom waarvoor en de voorwaarden waaronder de verkoop en levering van de opstallen alsdan zal geschieden zal bindend worden vastgesteld door drie deskundigen” in artikel 10 van de leveringsakte als volgt dient te worden uitgelegd: “De koopsom waarvoor en de voorwaarden waaronder de verkoop en levering van
de grondenen opstallen alsdan zal geschieden zal bindend worden vastgesteld door drie deskundigen”;
(ii) de zinsnede “Grondslag voor het vaststellen van de te betalen koopsom voor de opstallen” in artikel 10 van de leveringsakte als volgt dient te worden uitgelegd: “Grondslag voor het vaststellen van de te betalen koopsom voor de
gronden enopstallen” en dat;
De kosten van de procedure in conventie en van de procedure in reconventie zijn gecompenseerd. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.
f16.000.000,- ontvangen voor de bij zijn bedrijf behorende agrarische gronden, waarin ook de schade is begrepen die [appellanten] heeft geleden als gevolg van de bedrijfsbeëindiging. Een reconstructie van het bedrijf van [appellanten] zoals door hem beschreven, lijkt daarmee geenszins nagestreefd te zijn geweest. Dat een voortzetting van het bedrijf van [appellanten] is beoogd, valt althans niet uit de bewoordingen of context van de leveringsakte af te leiden. Voor toekenning van vergoeding van bijkomende schade en kosten is derhalve geen plaats, afgezien van de kosten van de overdracht, die met de term “met kosten” voor rekening van Bouwinvest zijn gebracht. Dat het gebruik van die laatste term een bijkomende aanwijzing zou zijn dat is bedoeld aan te knopen bij het vergoedingsregime onder de Onteigeningswet, zoals [appellanten] betoogt, vermag het hof niet in te zien; eerder is het tegendeel het geval. Naar het oordeel van het hof dient de zinsnede “op basis van reconstructie” aldus te worden uitgelegd dat [appellanten] voor de onroerende zaak niet de marktwaarde daarvan ontvangt, maar, kort gezegd, de herbouwwaarde.
4.4. De beslissing
18 december 2018.