ECLI:NL:GHAMS:2018:4727

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 oktober 2018
Publicatiedatum
21 december 2018
Zaaknummer
15/184057-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en afwijzing schorsingsverzoek in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 oktober 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1968 op de Nederlandse Antillen en thans verblijvende in het Detentiecentrum Schiphol, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, die op 2 oktober 2018 een bevel tot zijn gevangenhouding had gegeven. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de advocaat-generaal de zaak toegelicht en is de verdachte gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.J.M. Janszen. De raadsman heeft een mondeling verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep en de relevante stukken bestudeerd en is van oordeel dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een schorsing van de voorlopige hechtenis rechtvaardigen. Het hof heeft overwogen dat de ernst van het feit en de geschokte rechtsorde zwaar wegen. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder de zwangerschap van zijn echtgenote en de zorg voor een minderjarig kind, zijn door het hof niet als voldoende bijzonder aangemerkt om tot schorsing over te gaan. Het hof heeft daarom het verzoek tot schorsing afgewezen en het beroep tegen de beschikking van de rechtbank verworpen.

De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit voorzitter mr. J.L. Bruinsma en raadsheren mrs. A.M. Kengen en P.H.M. Kuster, in aanwezigheid van griffier mr. S. Grote Ganseij. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen) op [geboortedatum] 1968,
volgens eigen opgave wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Detentiecentrum Schiphol te Badhoevedorp,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 2 oktober 2018, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 3 oktober 2018, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. V.J.M. Janszen.
Bij de behandeling in raadkamer heeft de raadsman namens de verdachte een mondeling schorsingsverzoek gedaan.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Het hof is van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Sv zich thans niet voordoet.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing overweegt het hof dat er sprake is van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Het feit dat de echtgenote van de verdachte op dit moment zwanger is en de zorg heeft voor een minderjarig kind acht het hof niet een zodanige omstandigheid, nu dit de verdachte er ook niet van heeft weerhouden om drugs te smokkelen naar Nederland. Hetzelfde geldt voor de overige door de raadsman genoemde persoonlijke omstandigheden. Om die reden zal het hof het verzoek van de verdachte afwijzen.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 17 oktober 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. A.M. Kengen en P.H.M. Kuster, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. Grote Ganseij als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 17 oktober 2018,
de advocaat-generaal