ECLI:NL:GHAMS:2018:4722

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 oktober 2018
Publicatiedatum
21 december 2018
Zaaknummer
13/650262-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en recidivegevaar in hoger beroep tegen gevangenhouding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 24 september 2018, die een bevel tot gevangenhouding van de verdachte inhield. De verdachte, geboren in 1987 en thans verblijvende in het Justitieel Complex Zaanstad, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de raadsvrouw van de verdachte een mondeling verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan. Het hof heeft de relevante stukken en de akte van de griffier van de rechtbank bekeken, evenals de verklaringen van de advocaat-generaal en de verdachte zelf.

Het hof heeft vastgesteld dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, onderbouwd door DNA-bewijs, camerabeelden en signalementen. De verdachte wordt verdacht van een gewelddadige overval op een supermarkt. Ondanks de ernstige bezwaren heeft het hof geen inzicht in de mogelijke beweegredenen van de verdachte, wat hen ertoe heeft gebracht om het recidivegevaar als hoog in te schatten. Het hof heeft geconcludeerd dat de door de reclassering voorgestelde maatregelen niet voldoende zijn om het recidivegevaar te mitigeren, gezien het gebrek aan inzicht in de beweegredenen van de verdachte.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de beschikking van de rechtbank afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de voorzitter en twee raadsheren aanwezig waren, en is op 17 oktober 2018 vastgesteld.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Justitieel Complex Zaanstad,
tegen de beschikking van de rechtbank te Amsterdam van 24 september 2018, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 27 september 2018, waarbij namens de verdachte de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank. Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw mr. M.C. van Megen.
Bij de behandeling in raadkamer heeft de raadsvrouw namens de verdachte een mondeling schorsingsverzoek gedaan.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Gelet op het aangetroffen DNA, de camerabeelden, de signalementen en de omstandigheid dat de telefoon die de verdachte in ieder geval later in zijn bezit had op het tijdstip van de overval in de omgeving van de plaats delict moet zijn geweest acht het hof, anders dan de raadsvrouw, ernstige bezwaren aanwezig voor het op de vordering inbewaringstelling vermelde feit.
De verdenking betreft een gewelddadige overval op een supermarkt. Het hof acht ernstige bezwaren aanwezig maar heeft geen inzicht in mogelijke beweegredenen van de verdachte. Om die reden houdt het hof ernstig rekening met het gevaar van recidive.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis overweegt het hof dat nu inzicht in de mogelijke beweegredenen ontbreekt het hof er geen vertrouwen in heeft dat de door de reclassering voorgestelde maatregelen het recidivegevaar voldoende zullen inperken.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 17 oktober 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. A.M. Kengen en P.H.M. Kuster, raadsheren,
in tegenwoordigheid van S. Grote Ganseij als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 17 oktober 2018,
de advocaat-generaal