ECLI:NL:GHAMS:2018:460

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 februari 2018
Publicatiedatum
13 februari 2018
Zaaknummer
23-001835-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van schorsingsverzoek voorlopige hechtenis wegens gebrek aan bijzondere persoonlijke omstandigheden

Op 7 februari 2018 heeft het Gerechtshof Amsterdam in raadkamer een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte behandeld. De verdachte, geboren in 1993 en momenteel gedetineerd in PI Noord-Holland Noord, had verzocht om schorsing van zijn voorlopige hechtenis. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 15 mei 2017, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor zeer ernstige feiten. Tijdens de zitting waren de advocaat-generaal, de verdachte zelf en zijn raadsvrouw, mr. S. Aytemür, aanwezig.

Het hof heeft overwogen dat de ernst van de feiten en de geschokte rechtsorde een belangrijke rol spelen in de beoordeling van het verzoek. De aanwezigheid van een veroordelend vonnis versterkt de argumenten tegen schorsing. Het hof concludeert dat er geen zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn die een schorsing van de voorlopige hechtenis rechtvaardigen. Daarom heeft het hof besloten het verzoek van de verdachte af te wijzen. De beschikking is gegeven in raadkamer en de advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis gebracht van de verdachte.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGop het verzoek strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
[adres],
thans gedetineerd te PI Noord-Holland Noord, Unit Zuyder Bos te Heerhugowaard,

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft gezien het verzoek strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. Het hof heeft voorts kennisgenomen van de stukken betrekking hebbend op de
voorlopige hechtenis van de verdachte en het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 15 mei 2017.
Het hof heeft bij de behandeling in raadkamer op 7 februari 2018 gehoord de advocaat-generaal, de verdachte en de raadsvrouw van de verdachte, mr. S. Aytemür.

De beoordeling

Het hof overweegt dat er sprake is van zeer ernstige feiten en een geschokte rechtsorde. De omstandigheid dat er inmiddels sprake is van een veroordelend vonnis van 15 mei 2017 versterkt in dit geval het vorenstaande. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Daarvan is niet gebleken. Om die reden zal het hof het verzoek van de verdachte afwijzen.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Deze beschikking is gegeven op 7 februari 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. M.M.H.P. Houben, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en T. de Bont, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.G.W.M. Lut als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 7 februari 2018,
de advocaat-generaal