ECLI:NL:GHAMS:2018:459

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 februari 2018
Publicatiedatum
13 februari 2018
Zaaknummer
13/702524-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen verlenging gevangenhouding met ernstige bezwaren en justitiële documentatie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 februari 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1983 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, verbleef op dat moment in het huis van bewaring Detentiecentrum Schiphol te Badhoevedorp. Het hoger beroep was ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 22 januari 2018, waarin werd besloten tot verlenging van de geldigheidsduur van de gevangenhouding van de verdachte.

Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2018, waarin het hoger beroep werd ingediend. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. I. Baardman, gehoord. Het hof heeft de beschikking waarvan beroep en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte bestudeerd.

Na beoordeling van de zaak heeft het hof zich verenigd met de beschikking van de rechtbank en de gronden waarop deze berust. Het hof heeft de motivering van de rechter-commissaris overgenomen, waarin ernstige bezwaren tegen de verdachte worden genoemd, evenals zijn justitiële documentatie die betrekking heeft op vermogensdelicten. De verdachte bevond zich ten tijde van de vordering inbewaringstelling nog in een proeftijd vanwege een eerdere veroordeling voor zakkenrollerij. Gezien deze omstandigheden oordeelde het hof dat artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet van toepassing was.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen. Deze beslissing is genomen in raadkamer door de voorzitter mr. M.M.H.P. Houben en de raadsheren mrs. J.L. Bruinsma en T. de Bont, in aanwezigheid van griffier mr. J.G.W.M. Lut. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13/702524-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in het huis van bewaring Detentiecentrum Schiphol HvB te Badhoevedorp,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 22 januari 2018, houdende bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2018, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. I. Baardman.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Het hof sluit zich aan bij de motivering van de rechter-commissaris met betrekking tot de ernstige bezwaren en neemt deze over. Inmiddels is nader onderzoek verricht en de uitkomst daarvan, zoals medegedeeld door de raadsman tijdens de behandeling in raadkamer, brengt het hof vooralsnog niet tot een ander oordeel.
Gelet op deze ernstige bezwaren en de justitiële documentatie van de verdachte met betrekking tot vermogensdelicten, waaruit onder meer blijkt dat de verdachte ten tijde van het op de vordering inbewaringstelling vermelde feit nog in een proeftijd liep in verband met een veroordeling ter zake van zakkenrollerij, is er op dit moment geen sprake van een situatie als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Sv.
13/702524-17

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 7 februari 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. M.M.H.P. Houben, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en T. de Bont, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.G.W.M. Lut als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 7 februari 2018,
de advocaat-generaal