Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 07 januari 2017 te Hoorn [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een taser getoond en/of aangezet en/of is verdachte met die taser dreigend op die [slachtoffer 1] afgelopen;
hij op of omstreeks 07 januari 2017 te Hoorn opzettelijk en wederrechtelijk een buitenspiegel (van een personenauto), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft hij, verdachte, een of meerdere malen tegen die auto en/of die spiegel getrapt;
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 07 januari 2017 tot en met 08 januari 2017 te Hoorn (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere ruiten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft hij, verdachte, een steen tegen die ruit(en) gegooid en/of tegen die ruit(en) getrapt en/of die (ruit)en stukgemaakt;
hij op of omstreeks 07 januari 2017 te Hoorn (een) wapen(s) van categorie II onder 5°, te weten een handwapen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, niet zijnde een medisch hulpmiddel, voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 10 december 2016 te Hoorn opzettelijk en wederrechtelijk een bril, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft hij, verdachte, die bril van haar hoofd gepakt en/of kapot gedrukt en/of met zijn voet kapot getrapt.
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op 7 januari 2017 te Hoorn [slachtoffer 1] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een taser getoond en aangezet en is verdachte met die taser dreigend op [slachtoffer 1] afgelopen;
hij op 7 januari 2017 te Hoorn opzettelijk en wederrechtelijk een buitenspiegel van een personenauto, toebehorende aan [slachtoffer 2], heeft vernield, immers heeft hij, verdachte, meerdere malen tegen die spiegel getrapt;
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 7 januari 2017 tot en met 8 januari 2017 te Hoorn telkens opzettelijk en wederrechtelijk meerdere ruiten, toebehorende aan [slachtoffer 3], heeft vernield, immers heeft hij, verdachte, een steen tegen die ruiten gegooid en tegen die ruiten getrapt en die ruiten stukgemaakt;
hij op 7 januari 2017 te Hoorn een wapen van categorie II onder 5°, te weten een handwapen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, niet zijnde een medisch hulpmiddel, voorhanden heeft gehad;
hij op 10 december 2016 te Hoorn opzettelijk en wederrechtelijk een bril, toebehorende aan [slachtoffer 4], heeft vernield, immers heeft hij, verdachte, die bril van haar hoofd gepakt en kapot gedrukt en met zijn voet kapot getrapt.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
€ 519,09 (vijfhonderdnegentien euro en negen cent)ter zake van materiële schade, vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf 7 januari 2017 tot aan de dag der voldoening.
€ 519,09 (vijfhonderdnegentien euro en negen cent)als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2017 tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.