Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 10 april 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, zijnde cocaine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 10 april 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, van cocaine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, zijnde cocaine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen, een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s),
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
14.50 uurop bagageband 19, waarna de koffer zich naar boven verplaatst in de richting van de aankomsthal. [6] Verbalisant [verbalisant 3] ziet vanuit de CTR dat de later aangehouden
medeverdachte [medeverdachte 1]de paarse rolkoffer van de band pakt. [7] Deze [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij een week voor vertrek naar Nederland op 3 april 2017 in Suriname contact heeft gehad met ene [naam 1] over een transport van verdovende middelen. [naam 1] vertelde [medeverdachte 1] dat de verdovende middelen in een paarse koffer met groen lintje zouden zitten, die hij van de bagageband moest pakken en naar buiten moest meenemen. [naam 1] zou [medeverdachte 1] bij aankomst op Schiphol bellen om te vragen wat voor kleding hij droeg en dan zou [medeverdachte 1] instructies krijgen en afgehaald worden door iemand. [8]
14.05 uurbij de “band” staat. [naam 1] schrijft dat de koffer paars en zwart is met een groen touw en dat hij een slot heeft en dat [medeverdachte 1] het hem moet zeggen als hij gaat lopen. [9] Om
14.29 uurwordt [medeverdachte 1] door [naam 1] gebeld, welk gesprek 26 seconden duurt. [medeverdachte 1] bevindt zich op dat moment nog bij de bagageband. [10]
de verdachteeven ervoor om
14:03 uurop een bankje in Plaza Shopping Centre naast
medeverdachte [medeverdachte 2]gaat zitten en dat zij elkaar een “boks” geven. [11] Hij is kort ervoor met de auto op Schiphol aangekomen, hetgeen volgt uit de klaarblijkelijk bij hem aangetroffen parkeerkaart van 10 april 2017, die als tijdstip van eerste print 13:50 uur vermeldt (en als tijdstip van betaling 15:10 uur). [12] De verdachte was in het bezit van, onder meer, een telefoon met nummer [telefoonnummer 5] . [13] Medeverdachte [medeverdachte 2] was in het bezit van een telefoon met nummer [telefoonnummer 4] (hierna: [telefoonnummer 4] ). [14] Verdachte staat na ongeveer anderhalve minuut op en loopt weg in de richting van Aankomsthal 3. [medeverdachte 2] blijft op het bankje zitten. [15]
14:30 uurgebeld door het Nederlandse mobiele nummer [telefoonnummer 1] (hierna: [telefoonnummer 1] ). De telefoon van verdachte straalt op dat moment een zendmast op de luchthaven Schiphol aan. Gebleken is dat de telefoon van de verdachte sinds 3 april 2017 vele malen contact heeft gehad had met [telefoonnummer 1] . Op 9 april (de dag dat [medeverdachte 1] is vertrokken vanuit Suriname ) en 10 april 2017 is er 28 keer contact geweest tussen beide nummers, ofis geprobeerd contact tot stand te brengen; [16] op 10 april 9 keer tussen 11.35 uur en 15.08 uur. [17]
14.52 uuraan [naam 1] dat hij gaat lopen, klaarblijkelijk met de van de band gehaalde paarse koffer. [medeverdachte 1] plaatst de koffer, zo blijkt uit de observatiebeelden, op zijn bagagekar tussen twee andere koffers in. [20] Rond
14.59 uur, nadat hij langs de douane is gegaan, loopt hij naar de Burger King [21] , naar hij later aan de KMar heeft verklaard omdat [naam 1] hem dat instrueerde en iemand daar naar hem toe zou komen. [22] Om
15.02 uurstuurt [medeverdachte 1] een bericht aan [naam 1] “Mie dena burgerking” [23] , hetgeen in het Nederlands vertaald betekent ‘ik ben bij de Burger King’ [24] en om
15.03 uurwordt hij door [naam 1] gebeld. [25] [naam 1] vraagt dan aan hem wat voor kleding hij draagt. [medeverdachte 1] vertelt dat, waarop [naam 1] zegt dat er iemand aan zal komen. [26]
14.53 uurwederom telefonisch contact met [telefoonnummer 1] voor de duur van ruim 14 minuten. [27] Rond 15.04 uur, zo blijkt uit de observatiebeelden, loopt de verdachte in de richting van de Burger King, waarbij hij zijn mobiele telefoon aan zijn oor heeft, en om
15.06 uurbegroeten [verdachte] en [medeverdachte 1] elkaar met een handdruk [28] en een omhelzing. [29] [medeverdachte 1] heeft verklaard dat er een donkere jongen naar hem toe kwam, die hem een hand en omhelzing gaf en die vertelde welke richting zij op moesten lopen. [30]
15:10 uur), maakt [medeverdachte 2] verbaal contact met hem. [medeverdachte 2] bevindt zich naast verdachte, eveneens ter hoogte van de betaalautomaten. De drie personen lopen vervolgens in de richting van de parkeergarage P1. [medeverdachte 1] loopt voorop met zijn bagagekar met hierop de bagage. [medeverdachte 2] en verdachte lopen naast elkaar op korte afstand achter [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] neemt de derde uitgang, richting sectie “Schaatsen”. De verdachte en [medeverdachte 1] nemen de vierde uitgang, richting sectie “Meeuw”. [31] Ddaar wordt door [verdachte] de kofferbak geopend van een zwarte Volkswagen Passat en wordt de paarskleurige rolkoffer door [medeverdachte 1] in de kofferbak geplaatst. [32] [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en de verdachte worden om
15.15 uuraangehouden. [33]
Bewezenverklaring
hij op 10 april 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervoeren en het binnen het grondgebied van Nederland brengen, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, van een materiaal bevattende cocaïne, te bevorderen, daartoe zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft getracht te verschaffen, hebbende verdachte en/of verdachtes mededaders,
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Beslissingen omtrent beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
21 (eenentwintig) maanden.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: