3.2.Samengevat weergegeven gaat het in deze zaak om het volgende.
3.2.1.Uit het huwelijk van de ouders van klagers, [naam] (verder: vader) en [naam] (verder: moeder) zijn vier kinderen geboren: [klager] , [klaagster] , [A] en [B] (verder tezamen te noemen: de kinderen).
3.2.2.Vader is op 3 december 1998 overleden. Bij testament had vader beschikt over zijn nalatenschap, inhoudende een ouderlijke boedelverdeling. In 2000 is voor mr. [naam] , notaris te [naam] , een akte van boedelbekrachtiging verleden, waarbij moeder en de kinderen zijn overgegaan tot verdeling van de nalatenschap van vader, tot bekrachtiging van de ouderlijke boedelverdeling en tot vaststelling van hetgeen de deelgenoten ieder toekomt. Uit deze akte blijkt dat ieder kind met betrekking tot de nalatenschap van vader een op moeder (tot haar dood niet-opeisbare) rentedragende vordering heeft verkregen van fl. 53.559,11 (€ 24.304,05).
3.2.3.Op 22 juli 2015 is voor een waarnemer van de notaris het testament van moeder verleden. Hierin zijn [klager] en [klaagster] , ieder voor de onverdeelde helft, tot enig erfgenamen benoemd. Aan [A] en [B] is ieder een bedrag in contanten ter grootte van één/achtste gedeelte van het saldo van de nalatenschap gelegateerd. Verder zijn [klager] en [klaagster] ieder tot executeur en afwikkelingsbewindvoerder benoemd.
3.2.4.Moeder is op 31 juli 2015 overleden.
3.2.5.In het kader van de afwikkeling van de nalatenschap van moeder hebben klagers de notaris benaderd. Op 4 augustus 2015 heeft tussen klagers en de notaris een bespreking plaatsgevonden.
3.2.6.Een brief van 4 augustus 2015 van de notaris, per e-mail aan klagers gezonden, luidt - voor zover van belang - als volgt: “
De grootte van de erfdelen moet worden bepaald door het saldo van de nalatenschap vast te stellen (bezittingen minus schulden).Van u heb ik begrepen dat er geen grote schulden zijn. De nalatenschap lijkt dus een positief saldo te hebben (dit is door mij niet gecontroleerd).”
Als bijlagen zijn een verklaring van zuivere aanvaarding en volledige boedelvolmacht, een voorlichtingsblad over executele, een voorlichtingsblad over al dan niet aanvaarden van de erfenis en het testament van moeder meegezonden.
3.2.7.Vervolgens hebben klagers door ondertekening van de toegezonden verklaring van zuivere aanvaarding en volledige boedelvolmacht de nalatenschap van moeder zuiver aanvaard.
3.2.8.Op 14 augustus 2015 heeft de notaris een verklaring van erfrecht gepasseerd.
3.2.9.Bij brief van 22 december 2015 heeft de notaris een door haar opgestelde aangifte erfbelasting, tevens boedelbeschrijving, aan klagers toegestuurd. Hierin staat dat het zuiver saldo van de nalatenschap van moeder € 47.076,99 negatief bedraagt. De vorderingen van de kinderen op moeder met betrekking tot de nalatenschap van vader waren in 2015 aangegroeid tot ongeveer € 44.000,00 per kind.
3.2.10.Bij brief van 24 december 2015 heeft de notaris de kinderen geïnformeerd over de afwikkeling van de nalatenschap van moeder door middel van een beschrijving van de nalatenschap. Hierin is het saldo van de nalatenschap van moeder, zonder rekening te houden met de erfdelen uit de nalatenschap van vader, gesteld op € 132.299,25 en het te verdelen bedrag op (afgerond) € 109.770,00 onder toevoeging van het volgende: “Dit bedrag kan tussen de vier kinderen worden verdeeld, zonder dat hierover erfbelasting betaald hoeft te worden. De vorderingen van de vier kinderen als erfdeel uit de nalatenschap van de heer [naam] , overleden 3 december 1998 (vader) bedraagt € 24.304,05 per kind, terwijl hierover ook nog onbelast rente vergoed mag worden. Alle kinderen krijgen in dat geval de volledige erfenis van vader uitbetaald.”
3.2.11.Bij, per e-mail gezonden, brief van 7 januari 2016 heeft de notaris namens [A] en [B] hun vorderingen met betrekking tot de nalatenschap van vader ingediend bij klagers, waarbij klagers erop werden gewezen dat zij als erfgenamen aansprakelijk waren voor deze schulden ook indien die schulden niet uit de nalatenschap van moeder zouden kunnen worden voldaan.
3.2.12.Vervolgens heeft de gemachtigde van klagers de notaris aansprakelijk gesteld voor de wijze waarop zij de afwikkeling van de nalatenschap van moeder had uitgevoerd. Hierover is door partijen gecorrespondeerd.
3.2.13.[klaagster] is op 10 april 2017 overleden. Haar erfgenamen hebben in haar plaats de tuchtprocedure voortgezet.