3.1. (i) Rhea is een in Turkije aan de beurs genoteerd ‘private equity fonds’, dat investeert in verschillende bedrijven. Zij is onder andere voor 19,79% aandeelhouder in de Nederlandse vennootschap OEP Turkey Tech B.V. (OEP), die op haar beurt 48,04% van de aandelen in de Turkse vennootschap Netaş Telekomünikasyon A.Ş. (Netaş) houdt.
(ii) Op 30 september 2015 heeft Rhea met de Turkse onderneming Erdem Aydin Inşaat (EA) een financieringsovereenkomst gesloten, waarbij EA aan Rhea een lening heeft verstrekt van USD 700.000,-. Daarmee wilde Rhea, ervan uitgaande dat OEP voor 1 oktober 2016 haar aandelen in Netaş aan een derde zou verkopen en zij uit hoofde van haar 19,79% aandeelhouderschap in OEP een deel van de verkoopopbrengst zou ontvangen, de periode tot 1 oktober 2016 overbruggen.
In (de Engelse vertaling van) deze financieringsovereenkomst is voor zover hier van belang het volgende opgenomen:
In de financieringsovereenkomst is een forumkeuzebepaling opgenomen voor de rechter in Istanbul en op de financieringsovereenkomst is Turks recht van toepassing.
(iii) Op 1 juni 2016 is tussen EA en de op diezelfde dag in Tennessee opgerichte onderneming NTH een ‘Assignment Agreement’ gesloten waarin zover hier relevant het volgende is opgenomen:
Op deze overeenkomst is het recht van de Staat Tennessee van toepassing verklaard.
Van deze overdracht heeft EA Rhea op 31 augustus 2016 op de hoogte gesteld.
(iv) OEP heeft bij overeenkomst van 6 december 2016 haar aandelen in Netaş verkocht aan ZTE Coöperatief U.A. (ZTE).
OEP en ZTE zijn voor de aandelen een koopprijs overeengekomen van minimaal USD 95.981.703,- en maximaal USD 101.280.539,-. Daarnaast zijn OEP en ZTE overeengekomen dat ZTE in de vier jaren na de levering van de aandelen nog een bedrag van USD 15 miljoen aan OEP dient te voldoen.
In het kader van deze (ver)koop heeft Rhea als 19,79% aandeelhouder van OEP recht op een bedrag van minimaal USD 17.869.323,- (USD 12.395.001,- aan terugbetaling van agio + USD 5.474.322,- aan dividend (na aftrek van dividendbelasting)) en maximaal USD 20.837.823,- (USD 17.869.323,- + USD 2.968.500,= aan nabetaling). De betaling en de overdracht van de aandelen heeft nog niet plaatsgevonden.
( v) Na de mislukte staatsgreep in Turkije op 15 juli 2016 heeft de Turkse overheid ingegrepen bij aan de zogenaamde Gülen-beweging gelieerde ondernemingen zoals EA. In dat kader heeft een Turkse rechtbank op 5 oktober 2016 het Savings Deposit Insurance Fund (SDIF) als bewindvoerder van EA benoemd.
(vi) De bewindvoerder van EA heeft op 13 januari 2017 aan Rhea laten weten dat op grond van Turkse wetgeving de tussen EA en NTH gesloten ‘Assignment Agreement’ ongeldig is, omdat daarmee onrechtmatig goederen en gelden aan EA worden onttrokken. Daarnaast heeft de bewindvoerder van EA uit hoofde van de financieringsovereenkomst om betaling van USD 1,5 miljoen door Rhea gevraagd. Dit betalingsverzoek heeft de bewindvoerder van EA in maart en april 2017 herhaald.
(vii) NTH heeft op 16 februari 2017 (en nogmaals op 19 april 2017) aan Rhea laten weten dat zij uit hoofde van de financieringsovereenkomst recht heeft op betaling van USD 1,5 miljoen door Rhea en op levering van de aandelen (of de opbrengst van de verkoop van de aandelen) in Netaş.
(viii) Op 2 maart 2017 heeft NTH van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam verlof gekregen voor het leggen van conservatoire verhaalsbeslagen op aandelen die Rhea houdt in OEP en op vorderingen die Rhea op OEP heeft. De vordering van NTH is daarbij begroot op USD 1.805.000,- (USD 1,5 miljoen + rente en kosten).
(ix) NTH is bij dagvaarding van 19 april 2017 bij de rechtbank Amsterdam een bodemprocedure gestart tegen (onder meer) Rhea waarin zij (onder meer) betaling van USD 1,5 miljoen en levering van de aandelen van Rhea in OEP vordert.
( x) Vervolgens heeft NTH na daartoe verkregen verlof op 26 april 2017 ten laste van Rhea conservatoir beslag tot levering van aandelen van Rhea in OEP gelegd.