Uitspraak
mr. L.C.J. Sprengers, kantoorhoudende te Utrecht,
mr. G.P.F van Duren,kantoorhoudende te Maastricht.
1.Het verloop van het geding
- de ontvlechting van het taakveld Informatiediensten (ID) en de daarmee samenhangende personele gevolgen ten behoeve van de overgang naar het Shared Service Center Zuid-Limburg (SSC-ZL); en
- de ontvlechting van het taakveld Personeels- en salarisadministratie (PSA) en de daarmee samenhangende personele gevolgen ten behoeve van de overgang naar het SSC-ZL.
2.De vaststaande feiten
Het voorgenomen besluit waarover advies aan uw raad wordt gevraagd, betreft:
Uw advies zien wij graag binnen zes weken tegemoet na vaststelling van het sociaal plan inzake de personele gevolgen van voorgenomen transitie, in casu het afsprakenkader en de overgangsregeling SSC-ZL. (…) Het sociaal plan van SSC-ZL bepaalt hoe de gevolgen voor het personeel worden opgevangen. (…) In bijlage 2 is dat onderhandelingsresultaat van het BGO SSC-ZL opgenomen in de vorm van een afsprakenkader en overgangsregeling. In deze adviesaanvraag wordt uitgegaan van de plaatsingsprocedure zoals opgenomen in dit onderhandelingsresultaat. (…)Voor de maatregelen om de gevolgen van het personeel dat overgaat naar de GR SSC-ZL Informatiediensten op te vangen, wordt verwezen naar het nog met het Georganiseerd Overleg Maastricht overeen te komen lokaal Sociaal Plan Maastricht SSC-ZL (…), en naar het nog vast te stellen afsprakenkader en overgangsregeling SSC-ZL (zie bijlage 2).”
Afsprakenkader overgang medewerkers gemeenten Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen naar het Shared Service Center Zuid-Limburg”van 21 juni 2017 (hierna: het Afsprakenkader) en een concept “
Overgangsregeling Shared Service Center Zuid-Limburg” van 21 juni 2017 (hierna: de Overgangsregeling).
Voor die overgang gelden de regels en uitgangspunten die in het voorliggende document zijn verwoord en waarover partijen tot overeenstemming zijn gekomen. Bij het opstellen daarvan hebben de ondertekenaars zich gericht op zowel het behoud van werkgelegenheid als (….) het treffen van overgangsvoorzieningen op het gebied van arbeidsvoorwaarden. (…) Voor de overgang van medewerkers van de drie gemeenten naar het SSC-ZL geldt als vertrekpunt de Overgangsregeling SSC-ZL (…) die als bijlage bij dit afsprakenkader is gevoegd en die daar onlosmakelijk deel van uitmaakt.” Het Afsprakenkader bevat voorts toelichtingen op en uitleg van bepalingen van de GR SSC-ZL met betrekking tot werkgelegenheid en aanvullende afspraken over werkgelegenheid en de relatie tot inzetbaarheid en afspraken over de meerkosten van woon- werkverkeer.
Na een lang en moeizaam onderhandelingsproces is op 2 februari 2018 een onderhandelingsresultaat bereikt in het Georganiseerd Overleg van Maastricht (…). Volgens afspraak in het Bijzonder Georganiseerd Overleg dienden de vakbonden hun leden (…) over alle onderhandelingsresultaten tegelijk te raadplegen binnen vier weken nadat er lokaal een onderhandelingsresultaat was bereikt. Het betreft dan de Overgangsregeling SSC-ZL, het Afsprakenkader en het Sociaal Plan Maastricht – SSC-ZL 2017. Naar aanleiding van het op 2 februari 2018 bereikte onderhandelingsresultaat, werd met de vakbonden overeengekomen dat de ledenraadpleging op 1 maart 2018 zou plaatsvinden. De vakbonden hebben vervolgens eenzijdig en in strijd met de afspraken besloten om de ledenraadpleging op 1 maart 2018 niet door te laten gaan. (…) Alles overziend hebben we de indruk dat door de bonden de afgelopen periode (…) is ingezet (…) op het vertragen en verder juridiseren van het proces om te komen tot een SSC-ZL. Het bestuur en de drie colleges betreuren de ontstane situatie, maar zien op dit moment geen andere mogelijkheid meer dan eenzijdig vaststellen van het onderhandelingsresultaat. (…) Met dit besluit is de weg vrij voor de Ondernemingsraden om advies te geven over de ontvlechtingsplannen voor Inkoop, Personeels- en Salarisadministratie en Informatiediensten.”
en vangnetregelingen.”
inclusief over de regeling van de personele gevolgen welke zijn opgenomen in bijlagen 1 t/m3.” Die bijlagen bevatten de hierboven genoemde publicaties van het Afsprakenkader, de Overgangsregeling en het Sociaal Plan. Bijlagen 5 en 6 bij de brief bevatten antwoorden op eerder door de ondernemingsraad gestelde vragen met betrekking tot de adviesaanvragen. Met betrekking tot de vraag in hoeverre de advisering van de ondernemingsraad nog van wezenlijke invloed kan zijn, heeft de Gemeente geantwoord dat dat afhankelijk is van de inhoud van de adviezen: “
Indien de OR nieuwe wezenlijke argumenten in haar advies naar voren brengt, zullen wij zorgvuldig overwegen of en hoeverre het definitieve besluit hierop aanpassing/aanvulling behoeft.”
Wij willen (…) onze reactie op uw adviezen beperken tot (…) het onderwerp van de adviesaanvraag: de ontvlechting van de taken ID en PSA en de personele consequenties van de ontvlechtingen, nu u ook kennis heeft kunnen nemen van de impact op de arbeidsvoorwaarden en de maatregelen hoe we de personele gevolgen willen opvangen zoals opgenomen in het afsprakenkader, de overgangsregeling SSC-ZL en het sociaal plan Maastricht SSC-ZL.” Voorts staat in het besluit onder meer dat de eenzijdige vaststelling van het onderhandelingsresultaat rechtmatig was omdat de vakorganisaties, gezien hun opstelling, het recht op het overeenstemmingsvereiste hebben verspeeld. “
De rechtmatigheid van de vaststelling is overigens niet ter beoordeling van de OR. Het gaat immers om de inhoud van de vastgestelde regeling want daarin staat hoe de personele gevolgen zijn geregeld.”In het besluit wordt voorts opgemerkt dat de ondernemingsraad in de loop van het proces in alle stadia overleg heeft gevoerd met leden van het GO Maastricht, dat er een rolvervaging is opgetreden tussen beide gremia en dat dit tot onduidelijkheid leidt voor het personeel en tot vertraging van het SSC-ZL proces.
3.De gronden van de beslissing
de facto(de maatregelen terzake van) de personele gevolgen, zoals die waren voorzien in de voorgenomen besluiten, vast. Een voorbehoud blijkt ook niet uit de brief van de Gemeente van 8 mei 2018 (hierboven onder 2.18) waarin de Gemeente in antwoord op een vraag van de ondernemingsraad over de door hem uit te oefenen invloed op de besluitvorming schrijft dat zal worden bekeken, afhankelijk van de inhoud van de adviezen, of het definitieve besluit nog aanpassing of wijziging behoeft. Met dit alles heeft de Gemeente miskend dat het adviesrecht van de ondernemingsraad meebrengt dat voorafgaand aan de eenzijdige vaststelling en publicaties de ondernemingsraad in de gelegenheid had moeten worden gesteld advies uit te brengen. Door de handelwijze van de Gemeente heeft de ondernemingsraad geen wezenlijke invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming.