ECLI:NL:GHAMS:2018:4236
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beslissing op bezwaarschrift tegen tenuitvoerlegging vervangende hechtenis na niet-nakoming taakstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 november 2018 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis. De veroordeelde, geboren in 1995, was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, welke omgezet werd in een taakstraf van 30 uren. Deze taakstraf werd echter niet uitgevoerd, wat leidde tot een bevel van de advocaat-generaal Witteveen om de vervangende hechtenis van 15 dagen ten uitvoer te leggen. De veroordeelde heeft hiertegen bezwaar aangetekend, stellende dat hij bereid was de taakstraf alsnog te verrichten.
Tijdens de behandeling van het bezwaarschrift heeft het hof kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder een afloopbericht van de Stichting Reclassering Nederland. De advocaat-generaal vorderde primair de niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift, omdat de veroordeelde de vervangende hechtenis op één dag na had uitgezeten. Subsidiair werd een ongegrondverklaring gevorderd. De raadsman van de veroordeelde pleitte voor gegrondverklaring van het bezwaarschrift, wijzend op het feit dat er nog één dag openstond van de vervangende hechtenis.
Het hof oordeelde dat de veroordeelde zijn taakstraf in het geheel niet had verricht en dat hij niet was nagekomen aan de gemaakte afspraken. Gezien de verscheidene kansen die de veroordeelde had gekregen en zijn niet-nakoming van de verplichtingen, concludeerde het hof dat er geen aanleiding was om het bezwaar gegrond te verklaren. Het bezwaarschrift werd dan ook ongegrond verklaard, en de beslissing werd genomen door de rechters M. Iedema, E. Mijnsberge en M.J.A. Duker, in aanwezigheid van griffier A. Ivanov.