ECLI:NL:GHAMS:2018:4233

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 november 2018
Publicatiedatum
21 november 2018
Zaaknummer
23-004157-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens afwezigheid verdachte en gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 13 november 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in Indonesië in 1969, was niet verschenen op de zitting en zijn raadsman gaf aan niet gemachtigd te zijn om de verdachte te verdedigen. Er was geen schriftelijke indiening van grieven of mondelinge bezwaren tegen het vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang was dat een onderzoek van de zaak rechtvaardigde. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004157-17
datum uitspraak: 2 november 2018
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 13 november 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-092874-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Indonesië) op [geboortedatum] 1969,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 2 november 2018.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Op de terechtzitting van 2 november 2018 is de verdachte niet verschenen. De wel verschenen raadsman heeft te kennen gegeven niet gemachtigd te zijn de verdachte te verdedigen.
Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Iedema, mr. E. Mijnsberge en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van A. Ivanov, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 2 november 2018.
Mr. E. Mijnsberge is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]
.