ECLI:NL:GHAMS:2018:3826
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging en aanvulling van strafmotivering in hoger beroep tegen vonnis politierechter
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 13 maart 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1970, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarbij hij was veroordeeld voor de import van een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne. Tijdens de zitting in hoger beroep op 5 oktober 2018 heeft de raadsman van de verdachte aangevoerd dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het recente overlijden van zijn vader en moeder, aanleiding zouden moeten geven om de opgelegde straf te matigen. De raadsman stelde dat de verdachte niet terug was gekomen van een weekendverlof en naar het buitenland was vertrokken, wat de situatie bemoeilijkte.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met een aanvulling op de strafmotivering. Het hof heeft vastgesteld dat de opgelegde straf hoger is dan de LOVS-oriëntatiepunten suggereren, maar dat gezien de herhaaldelijke recidive van de verdachte voor soortgelijke feiten, de straf passend en geboden is. Het hof heeft geen aanleiding gezien om de straf te verlagen, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op 19 oktober 2018.