In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden. De verdachte was eerder door de rechtbank Amsterdam veroordeeld voor verschillende feiten, waaronder bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank had de verdachte een taakstraf opgelegd, maar het gerechtshof vernietigde dit vonnis in 2016 en sprak de verdachte vrij van de meeste tenlastegelegde feiten. De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof in januari 2018 vernietigd en de zaak terugverwezen voor herbeoordeling.
Tijdens de zitting op 5 oktober 2018 heeft het hof de zaak opnieuw onderzocht. De verdachte had een computerspel gemaakt waarin poppetjes met de gezichten van medewerkers van een bedrijf waren afgebeeld, met wie hij een zakelijk conflict had. De tenlastelegging betrof de bedreiging van deze medewerkers door het openbaar maken van het spel. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het spel op een afgeschermde website had geplaatst en dat het niet toegankelijk was voor de aangevers zonder inlogcode en specifieke URL.
Het hof concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte het spel openbaar toegankelijk heeft gemaakt op het internet, en dat hij zich niet bewust was van een aanmerkelijke kans dat de aangevers het spel zouden zien. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. De beslissing van het hof is genomen in een openbare zitting en is vastgelegd door de griffier.