ECLI:NL:GHAMS:2018:3714
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van oproeping in hoger beroep wegens gebrek aan betekening aan verdachte
Op 25 september 2018 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die geboren is in 1978 en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland is. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 6 juni 2013, maar is niet verschenen op de zitting. Het hof heeft vastgesteld dat er geen oproeping voor de zitting is verzonden naar het adres van de verdachte, zoals geregistreerd in de Basisregistratie Personen. Dit gebrek in de oproeping leidt ertoe dat de oproeping in hoger beroep nietig wordt verklaard. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen, maar concludeert dat de oproeping niet op de wettelijk voorgeschreven wijze is betekend. Hierdoor is de oproeping nietig verklaard, wat betekent dat de verdachte niet verplicht was om te verschijnen op de zitting. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters A.M. Kengen, A.M. van Woensel en B.A.A. Postma aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan op dezelfde datum als de zitting.