ECLI:NL:GHAMS:2018:3714

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 september 2018
Publicatiedatum
16 oktober 2018
Zaaknummer
23-001319-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van oproeping in hoger beroep wegens gebrek aan betekening aan verdachte

Op 25 september 2018 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die geboren is in 1978 en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland is. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 6 juni 2013, maar is niet verschenen op de zitting. Het hof heeft vastgesteld dat er geen oproeping voor de zitting is verzonden naar het adres van de verdachte, zoals geregistreerd in de Basisregistratie Personen. Dit gebrek in de oproeping leidt ertoe dat de oproeping in hoger beroep nietig wordt verklaard. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen, maar concludeert dat de oproeping niet op de wettelijk voorgeschreven wijze is betekend. Hierdoor is de oproeping nietig verklaard, wat betekent dat de verdachte niet verplicht was om te verschijnen op de zitting. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters A.M. Kengen, A.M. van Woensel en B.A.A. Postma aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan op dezelfde datum als de zitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001319-18
datum uitspraak: 25 september 2018
NIET VERSCHENEN
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen -na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 3 april 2018- op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 6 juni 2013 in de strafzaak onder parketnummer 13-260586-11 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en, na terugwijzing naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 september 2018.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Geldigheid van de oproeping in hoger beroep

Uit de ter terechtzitting in hoger beroep door de advocaat-generaal overgelegde stukken is niet gebleken dat een oproeping voor de zitting van heden is verzonden naar het adres waarop de verdachte blijkens de Informatiestaat SKDB-persoon van 31 juli 2018 in de Basisregistratie Personen staat ingeschreven sinds 14 februari 2013, te weten: [adres].
Hieruit volgt dat de oproeping in hoger beroep op de terechtzitting te verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend. De oproeping dient op grond daarvan – nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen – nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de oproeping in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Kengen, mr. A.M. van Woensel en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van I.J.A. Barends en mr. F. van den Brink, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 september 2018.
Mr. Van Woensel en mr. Postma zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.