Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Tussen partijen vaststaande feiten
Domaine”), welke een waarde van circa EUR 10.000.000 (…) vertegenwoordigen.
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Afspraak
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 oktober 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2009, waarbij de inspecteur een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 6.500.000 had vastgesteld. Na bezwaar van belanghebbende werd dit bedrag verlaagd tot € 5.691.500. De rechtbank had het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de navorderingsaanslag vernietigd. De inspecteur ging in hoger beroep, waarbij het Hof de feiten en omstandigheden van de zaak in ogenschouw nam. Tijdens de zitting op 25 september 2018 zijn beide partijen vertegenwoordigd. Het Hof heeft vastgesteld dat er geen geschil is over de feiten en dat de inspecteur de navorderingsaanslag heeft opgelegd op basis van reguliere voordelen uit aanmerkelijk belang. De kern van het geschil was of er sprake was van een uitdeling door de NV aan belanghebbende en of de navorderingsaanslag in strijd was met het vertrouwensbeginsel. Het Hof heeft geoordeeld dat de inspecteur terecht de navorderingsaanslag heeft opgelegd en dat het hoger beroep ongegrond is. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en de inspecteur is veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.