ECLI:NL:GHAMS:2018:3679

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2018
Publicatiedatum
12 oktober 2018
Zaaknummer
15/176443-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beschikking voorlopige hechtenis met verzoek tot schorsing

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 19 september 2018. De verdachte, geboren in 1992 en thans verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad, had hoger beroep ingesteld tegen het bevel tot zijn gevangenhouding. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de advocaat-generaal de zaak toegelicht en is de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. S. van den Berg, die waarnam voor de raadsvrouw, mr. V. Hammerstein. De raadsvrouw heeft een mondeling verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank beoordeeld en is van mening dat er geen sprake is van onvoldoende of ondeugdelijk bewijs, zoals door de raadsvrouw werd gesteld. Het hof sluit zich aan bij de beslissing van de rechtbank en oordeelt dat de ernstige bezwaren tegen de verdachte blijven bestaan. Het hof overweegt dat er sprake is van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde, waardoor schorsing van de voorlopige hechtenis alleen mogelijk is bij zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden, die in dit geval niet zijn aangetoond. Daarom heeft het hof het verzoek tot schorsing afgewezen.

De beslissing van het hof houdt in dat het beroep tegen de bestreden beschikking wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beschikking is gegeven in raadkamer op 10 oktober 2018, waarbij de voorzitter en de raadsheren de beschikking hebben ondertekend, en de advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

15/176443-18
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Penitentiaire Inrichting Zaanstad te Westzaan,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 19 september 2018, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 21 september 2018, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door mr. S. van den Berg, waarnemend voor de raadsvrouw van de verdachte, mr. V. Hammerstein.
Bij de behandeling in raadkamer heeft de raadsvrouw namens de verdachte een mondeling schorsingsverzoek gedaan.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust.
Het hof sluit voor wat betreft de ernstige bezwaren aan bij de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 19 september 2018. Ten aanzien van hetgeen door de raadsvrouw wordt gesteld met betrekking tot het DNA-onderzoek en de processen-verbaal van herkenning, is het hof van oordeel dat dit te zijner tijd bij de inhoudelijke behandeling aan de orde kan komen. Van een situatie waarbij op voorhand vast staat dat het dossier onvoldoende en/of slechts ondeugdelijk bewijs bevat, is geen sprake.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing overweegt het hof dat er sprake is van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Daarvan is niet gebleken. Om die reden zal het hof het verzoek van de verdachte afwijzen.

15.176443-18

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 10 oktober 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. M. Iedema, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en H.F. van Kregten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 10 oktober 2018,
de advocaat-generaal