ECLI:NL:GHAMS:2018:3673
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J.L. Bruinsma
- M. Iedema
- H.F. van Kregten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen verlenging van gevangenhouding en verzoek tot schorsing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 oktober 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in detentie verbleef in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad. De verdachte, geboren in 1978 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 24 september 2018, die de verlenging van zijn gevangenhouding beval. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de raadsvrouw van de verdachte, mr. H.A.F.C. Tack, een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend. Het hof heeft de relevante stukken en de justitiële documentatie van de verdachte bestudeerd en zowel de advocaat-generaal als de verdachte gehoord.
Het hof heeft geconcludeerd dat er geen nieuwe omstandigheden zijn die aanleiding geven tot schorsing van de voorlopige hechtenis, mede gezien het gedrag van de verdachte in detentie en het verloop van een eerdere schorsing. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bevestigd voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen. Tevens heeft het hof opgemerkt dat het verzoek om schorsing in verband met het bijwonen van een rechtszaak in België kan worden voorgelegd aan de directeur van de Penitentiaire Inrichting.
De beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beschikking is op 10 oktober 2018 gegeven door de voorzitter en twee raadsheren in raadkamer, met de griffier aanwezig.