ECLI:NL:GHAMS:2018:3672
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J.L. Bruinsma
- M. Iedema
- H.F. van Kregten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beschikking voorlopige hechtenis en verzoek tot schorsing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 24 september 2018, die een bevel tot gevangenhouding van de verdachte inhield. De verdachte, geboren in 1986 en thans verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de advocaat van de verdachte, mr. R. Lonterman, een mondeling verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep en de relevante stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte bestudeerd. Het hof heeft de advocaat-generaal en de verdachte gehoord. De beoordeling van het hof richtte zich op de vraag of er sprake was van een schending van het gelijkheidsbeginsel, omdat de voorlopige hechtenis van een medeverdachte recentelijk was geschorst. Het hof concludeert dat er geen rechtens relevante gelijke gevallen zijn aangetoond, waardoor het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen.
De beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, voor zover dit aan het oordeel van het hof was onderworpen, en ook het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen. Deze beschikking is op 10 oktober 2018 gegeven in raadkamer van het hof.