ECLI:NL:GHAMS:2018:3648

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 september 2018
Publicatiedatum
11 oktober 2018
Zaaknummer
15/159121
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en schorsingsverzoek in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 22 augustus 2018, die een bevel tot gevangenhouding van de verdachte inhield. De verdachte, geboren in 1992 en thans verblijvende in het huis van bewaring PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de advocaat van de verdachte, mr. M.M.J. Nuijten, een mondeling schorsingsverzoek gedaan.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep en de relevante stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte bestudeerd. Het hof heeft de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte gehoord, evenals de verdachte zelf, die later werd gehoord vanwege transportproblemen. Het hof heeft zich verenigd met de gronden van de beschikking van de rechtbank en heeft de ernstige bezwaren tegen de verdachte bevestigd, onder andere op basis van verklaringen van de zus van de verdachte.

Het hof heeft het schorsingsverzoek afgewezen, omdat er bij de verdachte sprake lijkt te zijn van psychische problematiek en er een multidisciplinaire rapportage is aangevraagd. Aangezien deze rapportage nog niet gereed is, kan het hof niet inschatten hoe groot het recidivegevaar is en of dit kan worden ingeperkt door schorsingsvoorwaarden. Daarom is schorsing van de voorlopige hechtenis niet aangewezen. De beslissing van het hof is dat het beroep tegen de bestreden beschikking wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
adres: [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 22 augustus 2018, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 23 augustus 2018, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte, mr. M.M.J. Nuijten en, vanwege transportproblemen, op een later tijdstip de verdachte.
Bij de behandeling in raadkamer heeft de raadsman namens de verdachte een mondeling schorsingsverzoek gedaan.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust.
Het hof sluit zich met betrekking tot de ernstige bezwaren en gronden over van de rechter-commissaris en de rechtbank en neemt deze motivering over, met dien verstande dat het hof de aanwezigheid van ernstige bezwaren ook baseert op de inhoud van de verklaring van de zus van de verdachte. Het hof volgt de raadsman niet in diens stelling – kort samengevat- dat het uitbreiden van de voorlopige hechtenis met de bedreiging een oneigenlijk gebruik van die juridische mogelijkheid is.
Het hof is van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Sv zich thans niet voordoet gelet op de aard van de op de vordering inbewaringstelling vermelde feiten, de omstandigheden waaronder deze zouden hebben plaatsgevonden en de kennelijk bij de verdachte spelende problematiek.
Ten aanzien van het mondelinge schorsingsverzoek overweegt het hof dat er bij de verdachte kennelijk sprake is van psychische problematiek. Om die reden is opdracht gegeven voor een multidisciplinaire rapportage. Nu deze rapportage nog niet gereed is kan niet worden ingeschat hoe groot het recidivegevaar is en of dit afdoende kan worden ingeperkt door schorsingsvoorwaarden. Gelet op het voorgaande acht het hof schorsing van de voorlopige hechtenis niet aangewezen

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 19 september 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. A.M. Ruige en A. Beijer, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. Grote Ganseij als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 19 september 2018,
de advocaat-generaal