ECLI:NL:GHAMS:2018:3647

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 september 2018
Publicatiedatum
11 oktober 2018
Zaaknummer
13/730034-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en vluchtgevaar in mensenhandelzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 20 augustus 2018. De rechtbank had de vordering tot gevangenhouding van de verdachte afgewezen. De verdachte, geboren in Roemenië in 1995 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd verdacht van mensenhandel. De officier van justitie stelde hoger beroep in tegen de afwijzing van de vordering.

Het hof heeft de stukken van de zaak bestudeerd en gehoord de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte, mr. C.J.J. Visser. Het hof oordeelde dat er ernstige bezwaren zijn dat de verdachte een kwetsbare minderjarige heeft meegenomen om te bedelen, wat ernstige verdenkingen van mensenhandel met zich meebrengt. Bovendien bleek uit het dossier dat de verdachte door Europa reist en in Nederland geen vast adres heeft, wat het hof deed concluderen dat er vluchtgevaar aanwezig is.

Op basis van deze overwegingen heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd en de vordering tot gevangenhouding van de verdachte voor de duur van 90 dagen toegewezen. Deze beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren, evenals de griffier, mr. S. Grote Ganseij. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep van de officier van justitie in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedatum] 1995,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
[adres]
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 20 augustus 2018, houdende afwijzing van de vordering gevangenhouding en opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 22 augustus 2018, waarbij door de officier van justitie hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte, mr. C.J.J. Visser.

De beoordeling

Het hof verenigt zich niet met de beschikking waarvan beroep.
Het hof acht ernstige bezwaren aanwezig dat de verdachte een kwetsbare minderjarige in ieder geval mee de straat op heeft genomen om te gaan bedelen. Dat levert ernstige bezwaren op voor mensenhandel.
Uit het dossier komt naar voren dat de verdachte door Europa reist en in ieder geval in Nederland niet over een vast adres beschikt. Het hof acht daarom vluchtgevaar aanwezig, in die zin dat de vrees gerechtvaardigd is dat zij zich aan berechting zal onttrekken.

De beslissing

Het hof:
VERNIETIGT de beschikking waarvan beroep.
WIJST TOE de vordering tot de gevangenhouding van de verdachte voor de duur van 90 dagen.
Deze beschikking is gegeven op 19 september 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. A.M. Ruige en A. Beijer, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. Grote Ganseij als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 19 september 2018,
de advocaat-generaal