Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.DANUBE LOGISTICS HOLDING B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
grief 1geklaagd dat de rechtbank de feiten deels onjuist en deels onvolledig heeft vastgesteld. Het hof zal deze klacht in aanmerking nemen bij onderstaande samenvatting van de feiten. Waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
First Vice Presidentde tot de Azpetrol-groep behorende ondernemingen in Moldavië gemanaged
.
- een pandrecht op alle roerende zaken van Danube Moldavië, Bemol, Bemol Refinery en Bemol Trading;
- een hypotheekrecht op alle onroerende zaken van Danube Moldavië en Bemol;
- een pandrecht op de aandelen in Easeur, Danube Moldavië, Bemol, Bemol Refinery en Bemol Trading; en
- een garantstelling van Danube Moldavië, Bemol en Bemol Trading.
in default) met de terugbetaling van de CSI-lening. Op dat moment bedroeg het uitstaande bedrag onder de (preferente) CSI-lening ongeveer USD 27 miljoen (USD 15 miljoen in hoofdsom en USD 12 miljoen aan opgebouwde rente). De (achtergestelde) schuld van Easeur aan New Ventures bedroeg op dat moment in totaal ongeveer USD 43,8 miljoen (USD 28,3 miljoen in hoofdsom en USD 15,5 miljoen aan opgebouwde rente).
Memorandum of Understanding(de MoU) ondertekend, waarin zij het volgende zijn overeengekomen:
Special Purpose Vehicle(SPV),
“designed by CSI”) die de verplichtingen van Easeur jegens CSI uit hoofde van de CSI-lening van Easeur overneemt;
intercompany-vorderingen op Danube Moldavië (de Bemol-vordering en de Easeur-vordering) overdragen aan de SPV en (ii) zal Bemol USD 5 miljoen aan Danube Moldavië ter beschikking stellen voor lopende contante verplichtingen.
first executive vice-president.
has advised that it is in execution mode.
Third Supplemental Agreement) waarbij Easeur haar verplichtingen jegens CSI onder de CSI-lening heeft overgedragen aan Danube Nederland per een datum in de toekomst. Per diezelfde datum zou tussen Danube Nederland en CSI een
Restated Facility Agreementgaan gelden. Deze laatste overeenkomst maakt als bijlage 3 deel uit van de Third Supplemental Agreement.
Master SPA) behelst:
intercompany-vorderingen op Danube Moldavië (de Easeur-vordering) en van de door haar van Bemol overgenomen vordering op Danube Moldavië (de Bemol-vordering), alsmede
Participating Loan Facility Agreement. Daarin werd geregeld op welke wijze CSI en ThoMo de inkomsten van Danube Nederland (uit het aandelenbelang in en de vorderingen op Danube Moldavië) onderling zouden verdelen. De vordering van CSI op Danube Nederland werd voor een deel, te weten tot een bedrag van USD 13,6 miljoen overgedragen aan Danube Holding. Vervolgens droeg CSI een deel van haar vordering op Danube Holding, te weten tot een bedrag van 4,76 miljoen, voor een koopprijs van USD 1,- over aan ThoMo onder zekere voorwaarden. Betalingen door Danube Holding op haar schuld aan CSI respectievelijk ThoMo dienden te geschieden uit de zogenoemde
net proceeds, zijnde – kort gezegd – de inkomstenstroom bij Danube Nederland na voldoening van alle operationele kosten, belastingkosten en betalingen uit hoofde van de schuld van Danube Nederland aan CSI, in hoofdsom groot USD 15 miljoen. Daarbij gold een glijdende schaal, in die zin dat ThoMo een groter deel van de
net proceeds(als betaling op haar vordering) ontving naarmate de
net proceedshoger waren. Tot slot kreeg CSI het recht om, ingeval [B] er niet in zou slagen om ervoor te zorgen dat CSI binnen drie jaar uit Danube Nederland kon stappen, haar vordering op Danube Holding, groot USD 8,8 miljoen aan ThoMo te verkopen voor een koopprijs van USD 13,6 miljoen.
3.Beoordeling
execution copyontvangen.
dwalinglegt Easeur ten grondslag dat Danube Nederland/ [B] een mededelingsplicht heeft geschonden en/of onjuiste inlichtingen heeft verstrekt door:
bedroglegt Easeur naast de omstandigheden i tot en met iii ten grondslag dat:
misbruik van omstandighedenlegt Easeur ten grondslag dat CSI en [B] tegen de achtergrond van Easeurs financiële problemen de financiële druk hebben opgevoerd om de 2011-transactie doorgang te laten vinden. Voor zover ervan moet worden uitgegaan dat [A] politieke gevangenschap in de weg stond aan het kunnen verkrijgen van (her)financiering, levert dit ook een noodtoestand op. Voorts heeft [B] misbruik gemaakt van de omstandigheid dat de bestuurders van Easeur – [F] en [G] – niet op de hoogte waren van de call-optie van New Ventures en het UBO-schap van [A] , waardoor zij zich het belangenconflict waarin [B] verkeerde niet realiseerden. Anderzijds heeft [B] de Trustees – die wel op de hoogte waren van de call-optie – niet geïnformeerd omtrent (i) de bereidheid van CSI tot een fors betalingsuitstel en een forse verlaging van de rente, (ii) het bestaan van verschillende alternatieven voor de 2011-transactie en (iii) het feit dat [B] in Danube Moldavië een (indirect) economisch meerderheidsbelang, althans een substantieel economisch belang zou krijgen.
suppose we separate DL[Danube Moldavië]
from the current structure without any remaining connection than the only alternative is a sale”. De Trustees begrepen het bezwaar van CSI tegen de banden met New Ventures/ [A] op dat moment kennelijk en namen het serieus. Daarna heeft CSI blijkens de beschikbare correspondentie aangestuurd op de door haar voorgestelde uitneming van Danube Moldavië uit de groep en was zij slechts bereid tot het verlenen van nader uitstel van betaling aan Easeur voor zover dat nodig was voor het realiseren van de 2011-transactie. Zij dreigde daarbij ook in niet mis te verstane bewoordingen met uitwinning van zekerheden als de 2011-transactie niet tot stand zou komen. Het hof verwijst naar en onderschrijft de overwegingen van de rechtbank op dit punt, die als volgt luiden:
“the alternative is an enforcement on the overall Easeur structure”en op 15 september:
“our credit committees asked us to prepare the alternative scenario, i.e. the enforcement on our facilities in case that we cannot get a timely response from you”.”
“[CSI] rejected any other proposals that we had, except for immediate payment in full of the debt to CSI.”
will have participation when the loan is repaid and when there is an exit. The participation of TM will have a sliding scale:
,kan niet worden gezegd dat de Trustees ten tijde van het sluiten van de Master SPA uitgingen van onjuiste informatie over de economische gerechtigdheid van [B] . In ieder geval was er, gelet op deze informatie en hetgeen in 3.19 is overwogen, geen reden voor de Trustees om te veronderstellen dat [B] in zijn contacten met CSI (uitsluitend) als belangenbehartiger van Easeur optrad. Gelet daarop heeft Easeur niet voldoende gemotiveerd gesteld dat zij de 2011-transactie niet (op dezelfde voorwaarden) was aangegaan als zij over de volledige en juiste informatie had beschikt. De verklaringen van [D] , [E] en [C] van 22 mei 2018 vormen niet een voldoende onderbouwing van deze stelling. Zij verklaren weliswaar dat zij niet zouden hebben toegestaan dat [B] met CSI zou hebben onderhandeld namens Easeur en New Ventures als [B] volledige openheid had gegeven over zijn transactie met CSI, maar daar staat tegenover dat zij op 14 september 2011 en op 2-4 november 2011 genoegen namen met het kenbaar vage antwoord van [B] op vragen naar die transactie. Voorts gaan zij er met deze verklaring aan voorbij dat zij zelf nauw bij de onderhandelingen over de 2011-transactie waren betrokken, zich daarbij door financiële en juridische deskundigen lieten bijstaan en geen reden hadden om aan te nemen dat [B] in zijn contacten met CSI (uitsluitend) als belangenbehartiger van Easeur optrad. Daar komt bij dat, naar reeds werd overwogen, vanaf in ieder geval maart 2011 geen reële alternatieven meer voorhanden waren, CSI onder de dreiging om tot executie over te gaan grote druk op Easeur en New Ventures uitoefende om de transactie aan te gaan zoals zij had voorgesteld, en dat, naar hierna nog aan de orde zal komen, de waardering van Danube Moldavië een deugdelijke grondslag had. Dat de Trustees voor Easeur gunstiger voorwaarden hadden kunnen bedingen als zij de details van de winstdelingsregeling tussen [B] en CSI hadden gekend, kan gelet op dit alles niet worden aangenomen.
memorandum of understanding, terwijl uit de tekst daarvan blijkt dat ook het te sluiten
memorandumpartijen niet zal binden. Voorts heeft [I] in een conceptmemorandum van 25 juli 2011 nog een andere constructie voor de winstdelingsovereenkomst voorgesteld, wat erop wijst dat er ook eind juli nog geen overeenstemming was. Wat daarvan ook zij, niet valt in te zien dat het feit dat eerst op 31 augustus 2011 aan Easeur is meegedeeld dat [B] economisch gerechtigd zou worden in Danube Moldavië kan bijdragen aan het bestaan van een wilsgebrek bij Easeur bij ondertekening van de Master SPA, op 4 november 2011.
Weighted Average Cost of Capitalen het eerdergenoemde alternatieve scenario uitdrukkelijk besproken. De aanwezigen hebben gezamenlijk beslist het alternatieve scenario te schrappen.
“In total $ 30.004K can be repaid to New Ventures in 2011-2015 according to the current forecasts.”