Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
primairvoor recht zal verklaren dat het verzoek van [geïntimeerde] tot vernietiging van het hem door Hago op 17 mei 2017 gegeven ontslag op staande voet ten onrechte is toegewezen en zal bepalen dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen alsnog per de eerst mogelijke datum wordt beëindigd en
subsidiairde arbeidsovereenkomst tussen partijen zal ontbinden (beëindigen) op een of meer in het voorwaardelijk verzoek van Hago aangedragen redelijke gronden, eveneens per de eerst mogelijke datum. Hago verzoekt ten slotte [geïntimeerde] te veroordelen in de kosten van de procedure in beide instanties. Hago heeft in appel een bewijsaanbod gedaan.
primairde bestreden beschikking te bekrachtigen en
subsidiairom Hago te veroordelen hem binnen veertien dagen na de ten deze te wijzen - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking de onder 3.8 vermelde vergoedingen te betalen met veroordeling van Hago in de kosten van de procedure in appel. Ook [geïntimeerde] heeft in appel een bewijsaanbod gedaan.
2.Feiten en behandeling grief 1
3.Beoordeling
primairverzocht het ontslag op staande voet te vernietigen en Hago te veroordelen om het hem toekomende loon door te betalen, om hem weder te werk te stellen en om salarisspecificaties te verstrekken.
Subsidiairverzocht [geïntimeerde] Hago te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, van de transitievergoeding, van een billijke vergoeding en van een vergoeding voor opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen. [geïntimeerde] legde aan zijn primaire verzoek ten grondslag dat het hem gegeven ontslag op staande voet vernietigd dient te worden omdat daaraan geen dringende reden ten grondslag lag. [geïntimeerde] heeft voorts verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
subsidiairverzocht Hago te veroordelen om aan hem te betalen: