ECLI:NL:GHAMS:2018:2938
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake leaseovereenkomst tussen Dexia Nederland B.V. en [geïntimeerde] met betrekking tot financiële verplichtingen
In deze zaak, die voortvloeit uit een eerder tussenarrest van 20 februari 2018, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen Dexia Nederland B.V. en een particuliere cliënt, aangeduid als [geïntimeerde], over de verplichtingen uit hoofde van een leaseovereenkomst. Het hof heeft vastgesteld dat de verplichtingen uit deze leaseovereenkomst naar redelijke verwachting geen onaanvaardbaar zware financiële last op [geïntimeerde] legden. Dexia had in de eindafrekening van de leaseovereenkomst II resterende termijnen betrokken, wat door [geïntimeerde] werd betwist. Echter, partijen hebben gezamenlijk verklaard dat er geen eindafrekening is opgemaakt en dat de restschuld door Dexia is kwijtgescholden.
Het hof concludeert dat [geïntimeerde] uit hoofde van leaseovereenkomst II niets meer te vorderen heeft van Dexia. De bewijsaanbiedingen van beide partijen werden als niet ter zake dienend gepasseerd. Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en kent een vordering van [geïntimeerde] toe, terwijl Dexia wordt veroordeeld tot terugbetaling van een bedrag van € 11.932,15. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. [geïntimeerde] wordt als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, inclusief nakosten en wettelijke rente.