ECLI:NL:GHAMS:2018:2893

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 augustus 2018
Publicatiedatum
13 augustus 2018
Zaaknummer
23/001886-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte wegens onvoldoende naleving van schorsingsvoorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 augustus 2018 in raadkamer de vordering van de advocaat-generaal tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte behandeld. De verdachte, geboren in 1981, had zich onvoldoende gehouden aan de voorwaarden die aan zijn schorsing waren verbonden. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder het reclasseringsrapport van 28 mei 2018 en het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 mei 2018. Tijdens de behandeling in raadkamer zijn zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. N. el Farougui, gehoord.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet voldeed aan de schorsingsvoorwaarden, zoals naar voren gebracht door mevrouw Hamels van de reclassering van het Leger des Heils. Gezien de inhoud van het reclasseringsrapport en de verklaringen tijdens de zitting, heeft het hof geen reden om aan de bevindingen te twijfelen. Dit leidde tot de conclusie dat de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven moest worden.

De beslissing van het hof was dan ook om de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis toe te wijzen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGop de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte:
[verdachte]
geboren te [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats],
wonende aan de [adres].

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft gezien de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte
.Het hof heeft voorts kennisgenomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 mei 2018.
Het hof heeft bij de behandeling in raadkamer op 8 augustus 2018 gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. N. el Farougui.
Het hof heeft gelet op artikel 82 van het Wetboek van Strafvordering.

De beoordeling

Gelet op de inhoud van het reclasseringsrapport van 28 mei 2018 en hetgeen bij de behandeling in raadkamer door mevrouw Hamels van de reclassering van het Leger des Heils naar voren is gebracht heeft de verdachte zich onvoldoende aan zijn schorsingsvoorwaarden gehouden. Het hof heeft geen aanleiding om hieraan te twijfelen. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de schorsing van de voorlopige hechtenis moet worden opgeheven. Het hof zal dienovereenkomstig beslissen.

De beslissing

Het hof:
WIJST TOE de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 8 augustus 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma voorzitter,
mrs. F.A. Hartsuiker en H.M.J. Quaedvlieg, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. Grote Ganseij als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 8 augustus 2018,
de advocaat-generaal