ECLI:NL:GHAMS:2018:2704
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep na verwerping van verweer tegen nietigheid dagvaarding
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1976, was aangeklaagd voor bedreiging van een slachtoffer op 4 december 2016 in Amsterdam. De tenlastelegging hield in dat de verdachte de woorden "Je moet meteen vertrekken of ik zorg ervoor dat je dood gaat" had geuit, terwijl zij een mes of een scherp voorwerp in de richting van het slachtoffer had gehouden. De raadsman van de verdachte voerde aan dat de dagvaarding partieel nietig was, omdat deze onvoldoende feitelijk en concreet zou zijn. De advocaat-generaal betoogde echter dat de tenlastelegging duidelijk genoeg was voor de verdediging.
Het hof oordeelde dat de dagvaarding geldig was, omdat het verwijt voor de verdachte begrijpelijk was. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte schuldig zou worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel. Echter, na beoordeling van het dossier en de verklaringen van de verdachte, kon het hof niet met de vereiste mate van zekerheid vaststellen dat de verdachte het ten laste gelegde had gepleegd. Daarom sprak het hof de verdachte vrij van de beschuldigingen.
Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en het hof verklaarde niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. Deze beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden, en werd uitgesproken op de openbare terechtzitting.