Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
hij in of omstreeks de periode van 6 augustus 2013 tot en met 06 oktober 2013 te Zaandam, gemeente Zaanstad, althans in Nederland, opzettelijk (in de uitoefening van een beroep of bedrijf) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (in een pand/woning, gelegen op/aan de [adres 2]) een hoeveelheid van ongeveer 101 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
hij in of omstreeks de periode van 19 mei 2013 tot en met 06 oktober 2013 te Zaandam, gemeente Zaanstad, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit een pand/woning, gelegen op/aan de [adres 2]) heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan "[bedrijf]", in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.
hij op of omstreeks 06 oktober 2013 te Zaandam, gemeente Zaanstad, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 101 hennepplanten en/of 3573 gram henneptoppen, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.
hij in of omstreeks de periode van 07 maart 2013 tot en met 06 oktober 2013 te Zaandam, gemeente Zaanstad, in elk geval in Nederland, in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 17 Wet werk en bijstand, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een uitkering krachtens de Wet werk en bijstand (norm alleenstaande), dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft hij verdachte, (telkens) opzettelijk nagelaten tijdig en/of volledig (bij) de (Sector Werk & Inkomen van de) gemeente Zaanstad op de hoogte te stellen en/of in te lichten en/of op te geven dat hij, verdachte, werkzaamheden verrichtte (ten behoeve van de teelt en/of bereiding/bewerking/verwerking van hennepplanten) en/of (daaruit) inkomsten genoot/tegoed had en/of (in zijn woning, gelegen op/aan de [adres 2] te Zaandam) een hennepkwekerij aanwezig had.
Vonnis waarvan beroep
Bespreking verweer
Bewezenverklaring
hij in de periode van 6 augustus 2013 tot en met 6 oktober 2013 te Zaandam, gemeente Zaanstad, opzettelijk heeft geteeld in een woning, gelegen aan de [adres 2], een hoeveelheid van 101 hennepplanten.
hij in de periode van 6 augustus 2013 tot en met 6 oktober 2013 te Zaandam, gemeente Zaanstad, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning, gelegen aan de [adres 2], heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, geheel toebehorende aan [bedrijf], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
hij op 6 oktober 2013 te Zaandam, gemeente Zaanstad, opzettelijk aanwezig heeft gehad 101 hennepplanten.
hij in de periode van 6 augustus 2013 tot en met 6 oktober 2013 te Zaandam, gemeente Zaanstad, in strijd met een hem bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 17 Wet werk en bijstand, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een uitkering krachtens de Wet werk en bijstand, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft hij, verdachte, telkens opzettelijk nagelaten tijdig de Sector Werk & Inkomen van de gemeente Zaanstad op de hoogte te stellen dat hij, verdachte, werkzaamheden verrichtte ten behoeve van de teelt van hennepplanten en daaruit inkomsten genoot en in zijn woning, gelegen aan de [adres 2] te Zaandam, een hennepkwekerij aanwezig had.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.