ECLI:NL:GHAMS:2018:2491
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verduistering in civielrechtelijk conflict over bestelauto
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van verduistering van een bestelauto, die hij had gekregen van [slachtoffer] voor onderhoudswerkzaamheden aan zijn camper. De verdachte had de bestelauto onder zich gehouden na een geschil over de uitgevoerde werkzaamheden en de factuur die door [slachtoffer] was opgemaakt. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de bestelauto niet als 'heer en meester' heeft beschikt, omdat er een civielrechtelijk conflict bestond tussen hem en [slachtoffer]. Het hof oordeelde dat het enkele feit dat de verdachte de auto niet had teruggebracht, niet voldoende was om te concluderen dat hij zich schuldig had gemaakt aan verduistering. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde verduistering.
Daarnaast was er een vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer], die in eerste aanleg een schadevergoeding had gevorderd van € 5.799,21, maar deze had bijgesteld naar € 0,- in hoger beroep. Aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging.