ECLI:NL:GHAMS:2018:203

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 januari 2018
Publicatiedatum
29 januari 2018
Zaaknummer
13/684525-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en ISD-maatregel in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 22 december 2017, waarin een bevel tot gevangenhouding van de verdachte werd gegeven. De verdachte, geboren in 1956 en thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank, waarin het hoger beroep werd ingesteld, en heeft de relevante stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte bestudeerd. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.F. van der Brugge, gehoord.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust, beoordeeld. Het hof is van oordeel dat er geen omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen, zoals bedoeld in artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft daarbij ook het reclasseringsadvies van 12 december 2017 in overweging genomen, waaruit blijkt dat eerdere hulpverleningstrajecten geen gedragsverandering bij de verdachte hebben teweeggebracht. De reclassering acht de interventies binnen de ISD-maatregel beter passend bij de problematiek van de verdachte en zijn recidiverende gedrag. Het hof heeft er vertrouwen in dat de advocaat-generaal zal zorgen voor nadere aandacht voor de medische gesteldheid van de verdachte.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen. Deze beslissing is genomen in raadkamer en is op 17 januari 2018 gegeven door de voorzitter en de raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13/684525-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1956,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 22 december 2017, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van
27 december 2017, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. J.F. van der Brugge.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de grond waarop deze berust.
Gelet op het voornemen van het openbaar ministerie om de ISD-maatregel te vorderen en gelet op de justitiële documentatie van de verdachte doet zich naar het oordeel van het hof thans geen omstandigheid voor als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Sv. Het hof heeft daarbij tevens acht geslagen op het reclasseringsadvies van 12 december 2017, waaruit blijkt dat eerdere hulpverleningstrajecten geen gedragsverandering bij de verdachte teweeg hebben gebracht en de reclassering interventies binnen de ISD maatregel mogelijk beter passend acht bij de problematiek van de verdachte en zijn recidiverende gedrag. Het hof gaat er vanuit dat de advocaat-generaal conform zijn toezegging zal bevorderen dat nadere aandacht besteed wordt aan de medische gesteldheid van de verdachte.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 17 januari 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M.M.H.P. Houben en M. Senden, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 17 januari 2018,
de advocaat-generaal